Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de uitoefening van de visserij op de Noordatlantische Oceaan
Artikel 17
Geldend
Geldend vanaf 26-09-1976
- Bronpublicatie:
01-06-1967, Trb. 1968, 54 (uitgifte: 07-05-1968, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-09-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-08-1976, Trb. 1976, 120 (uitgifte: 01-01-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
ledere Staat die dit Verdrag niet heeft ondertekend kan te allen tijde nadat het in werking is getreden tot dit Verdrag toetreden, mits drie vierde van de Verdragsluitende Partijen en ondertekenende Regeringen met de voorgestelde toetreding instemmen. Een jaar na de inwerkingtreding van dit Verdrag, is slechts de toestemming van drie vierde van de Verdragsluitende Partijen vereist.
2.
Toetreding geschiedt door nederlegging van een akte van toetreding bij de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Ten aanzien van iedere toetredende Staat treedt het Verdrag in werking op de negentigste dag volgende op de nederlegging van diens akte van toetreding.
3.
Tot de datum van inwerkingtreding van het Verdrag ten aanzien van een Staat die ingevolge het bepaalde in dit artikel tot het Verdrag toetreedt, kan een Verdragsluitende Partij te allen tijde ten aanzien van het vijfde en zesde lid van artikel 9 met betrekking tot die Staat een voorbehoud maken.