Verdrag inzake de uitoefening van de visserij op de Noordatlantische Oceaan
Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de uitoefening van de visserij op de Noordatlantische Oceaan:Artikel 4
Verdrag inzake de uitoefening van de visserij op de Noordatlantische Oceaan
Artikel 4
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 26-09-1976
- Bronpublicatie:
01-06-1967, Trb. 1968, 54 (uitgifte: 07-05-1968, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-09-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-08-1976, Trb. 1976, 120 (uitgifte: 01-01-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De vissersvaartuigen van iedere Verdragsluitende Partij dienen behalve aan de eisen met betrekking tot de in de Internationale Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen op Zee voorgeschreven seinen, te voldoen aan de bepalingen van Bijlage III van dit Verdrag.
2.
Er mogen geen andere lichten of geluidssignalen dan die waarin die Bijlage voorziet, worden gebruikt.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.