Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2002/57/EG betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen
Artikel 19 bis
Geldend
Geldend vanaf 09-08-2002
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding van deze wijziging is gelijkgesteld met de inwerkingtreding van de richtlijn (13-06-2002, PbEG L 193). Inwerkingtreding voorheen: 31-07-2002.
- Bronpublicatie:
19-07-2002, PbEG 2002, L 195 (uitgifte: 24-07-2002, regelingnummer: 2002/68/EG)
- Inwerkingtreding
09-08-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-07-2002, PbEG 2002, L 195 (uitgifte: 24-07-2002, regelingnummer: 2002/68/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De lidstaten staan toe dat zaad van oliehoudende planten en vezelgewassen in de handel wordt gebracht in de vorm van een mengras.
2.
Voor de toepassing van lid 1 wordt verstaan onder:
- a)
mengras: een aan de certificeringsinstantie gemeld mengsel van gecertificeerd zaad van een bepaalde bestuiverafhankelijke hybride die officieel is toegelaten overeenkomstig Richtlijn 2002/53/EG, met gecertificeerd zaad van één of meer bepaalde, eveneens toegelaten, bestuivers, dat mechanisch is samengesteld in een door de personen die voor de instandhouding van deze componenten verantwoordelijk zijn, gezamenlijk bepaalde verhouding;
- b)
bestuiverafhankelijke hybride: de mannelijk steriele component in het mengras (vrouwelijke component);
- c)
bestuiver(s): de stuifmeel leverende component in het mengras (mannelijke component).
3.
De zaadcoating van de vrouwelijke component wordt anders gekleurd dan die van de mannelijke component.