Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2002/57/EG betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 25-01-2005
- Bronpublicatie:
22-12-2004, PbEU 2005, L 14 (uitgifte: 01-01-2005, regelingnummer: 2004/117/EG)
- Inwerkingtreding
25-01-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2004, PbEU 2005, L 14 (uitgifte: 01-01-2005, regelingnummer: 2004/117/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De lidstaten schrijven voor dat zaad van oliehoudende planten en vezelgewassen:
- —
dat rechtstreeks afkomstig is van basiszaad of gecertificeerd zaad van eerste vermeerdering dat officieel is goedgekeurd in een of meer lidstaten of in een derde land dat krachtens artikel 20, onder b), gelijkstelling heeft verkregen, of dat rechtstreeks afkomstig is van kruising van basiszaad dat officieel is goedgekeurd in een lidstaat met basiszaad dat officieel is goedgekeurd in een dergelijk derde land en
- —
dat in een andere lidstaat is geoogst,
op verzoek, en onverminderd de bepalingen van Richtlijn 2002/53/EG, in elke lidstaat officieel wordt goedgekeurd als gecertificeerd zaad, wanneer het is onderworpen aan een veldkeuring die voldoet aan de in bijlage I voor de betrokken categorie vermelde voorwaarden en wanneer bij een officieel onderzoek is vastgesteld dat het voldoet aan de in bijlage II voor dezelfde categorie vastgestelde voorwaarden.
Wanneer in dergelijke gevallen het zaad rechtstreeks is gewonnen uit officieel goedgekeurd zaad van vermeerderingen die aan het basiszaad voorafgaan, kunnen de lidstaten ook machtiging verlenen voor de officiële goedkeuring als basiszaad, wanneer voldaan is aan de voor deze categorie vastgestelde voorwaarden.
2.
Zaad van oliehoudende planten en vezelgewassen dat in de Gemeenschap is geoogst en bestemd is voor goedkeuring overeenkomstig lid 1, moet:
- —
worden verpakt en voorzien van een officieel etiket dat voldoet aan de voorwaarden van bijlage V, deel A en B, overeenkomstig de bepalingen van artikel 11, lid 1, en
- —
vergezeld gaan van een officieel document dat voldoet aan de voorwaarden van bijlage V, deel C.
De bepalingen van de eerste alinea inzake verpakking en etikettering behoeven niet te worden toegepast indien de voor de veldkeuring verantwoordelijke autoriteiten, de autoriteiten die de documenten voor niet definitief gecertificeerde zaden met het oog op certificering opstellen en de voor de certificering verantwoordelijke autoriteiten dezelfde zijn of indien deze autoriteiten het over de ontheffing eens zijn.
3.
De lidstaten schrijven eveneens voor dat in een derde land geoogst zaad van oliehoudende planten en vezelgewassen op verzoek officieel wordt goedgekeurd indien:
- a)
het rechtstreeks afkomstig is van:
- i)
basiszaad of gecertificeerd zaad van eerste vermeerdering dat officieel is goedgekeurd in een of meer lidstaten of een derde land dat krachtens artikel 20, lid 1, onder b), gelijkstelling heeft verkregen,
of
- ii)
kruising van basiszaad dat officieel in een lidstaat is goedgekeurd met basiszaad dat officieel is goedgekeurd in een derde land als bedoeld in i);
- b)
het is onderworpen aan een veldkeuring die voldoet aan de voorwaarden die voor de betrokken categorie zijn vastgesteld in een krachtens artikel 20, lid 1, onder a), vastgestelde beschikking betreffende de gelijkstelling;
- c)
bij een officieel onderzoek is vastgesteld dat het voldoet aan de in bijlage II voor dezelfde categorie vastgestelde voorwaarden.