Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de prestaties bij arbeidsongevallen en beroepsziekten
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 28-07-1967
- Bronpublicatie:
08-07-1964, Trb. 1966, 137 (uitgifte: 27-04-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-07-1967
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-1966, Trb. 1966, 222 (uitgifte: 01-01-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
1.
Een uitkering waarop een beschermd persoon op grond van dit Verdrag recht zou hebben gehad, kan worden geschorst tot op zulk een hoogte als wordt voorgeschreven:
- a)
zolang de belanghebbende zich niet op het grondgebied van het Lid bevindt;
- b)
zolang het onderhoud van de belanghebbende ten laste van de overheid of van een instelling of dienst van sociale zekerheid komt;
- c)
wanneer de belanghebbende getracht heeft op bedrieglijke wijze de desbetreffende uitkering te verkrijgen;
- d)
wanneer het arbeidsongeval of de beroepsziekte is veroorzaakt door een door de belanghebbende gepleegd misdrijf of gepleegde overtreding;
- e)
wanneer het arbeidsongeval of de beroepsziekte is veroorzaakt door vrijwillig innemen van giftige stoffen of door een ernstig en opzettelijk wangedrag van de belanghebbende;
- f)
wanneer de belanghebbende zonder geldige reden nalaat gebruik te maken van de geneeskundige zorg en daarmee verbonden diensten, alsmede van de revalidatiediensten welke te zijner beschikking staan of indien hij de regels niet nakomt, welke zijn voorgeschreven voor het vaststellen van het bestaan van de gebeurtenis of voor de gedragingen van de gerechtigde;
- g)
zolang de overlevende echtgenoot in concubinaat leeft.
2.
In voorgeschreven gevallen en binnen voorgeschreven grenzen wordt een deel van de uitkeringen die anders zouden zijn toegekend, betaalbaar gesteld aan de personen die ten laste van de belanghebbende komen.