Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de prestaties bij arbeidsongevallen en beroepsziekten
Artikel 14
Geldend
Geldend vanaf 28-07-1967
- Bronpublicatie:
08-07-1964, Trb. 1966, 137 (uitgifte: 27-04-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-07-1967
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-1966, Trb. 1966, 222 (uitgifte: 01-01-1966, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
1.
Ingeval van verlies van de geschiktheid om inkomsten uit arbeid te verwerven, wanneer dit verlies waarschijnlijk blijvend zal zijn, of van overeenkomstige vermindering van de lichaamsgesteldheid, worden de uitkeringen verleend in alle gevallen waarin dit verlies of deze vermindering een voorgeschreven graad overschrijdt en na afloop van het tijdvak gedurende hetwelk uitkeringen overeenkomstig artikel 13 verschuldigd zijn nog voortduurt.
2.
Ingeval van algeheel verlies van de geschiktheid om inkomsten uit arbeid te verwerven, wanneer dit verlies waarschijnlijk blijvend zal zijn, of ingeval van een overeenkomstige vermindering van de lichaamsgesteldheid, bestaat de uitkering in een periodieke betaling, berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 19 of artikel 20.
3.
Ingeval van een aanmerkelijk gedeeltelijk verlies van de geschiktheid om inkomsten uit arbeid te verwerven, boven een voorgeschreven graad, indien dit verlies waarschijnlijk blijvend zal zijn, of ingeval van een overeenkomstige vermindering van de lichaamsgesteldheid, bestaat de uitkering in een periodieke betaling, in een billijke verhouding staande tot die bedoeld in lid 2 van dit artikel.
4.
Ingeval van een niet aanmerkelijk gedeeltelijk verlies van de geschiktheid om inkomsten uit arbeid te verwerven, doch boven de voorgeschreven graad bedoeld in lid 1, wanneer dit verlies waarschijnlijk blijvend zal zijn of ingeval van overeenkomstige vermindering van de lichaamsgesteldheid, kan de uitkering geschieden in de vorm van een betaling ineens.
5.
De graden van verlies van de geschiktheid om inkomsten uit arbeid te verwerven of van de overeenkomstige vermindering van de lichaamsgesteldheid bedoeld in de leden 1 en 3 van dit artikel, worden door de nationale wetgeving zodanig vastgesteld, dat de betrokkenen niet in behoeftige omstandigheden geraken.