Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds
Artikel XXI Beheer van de Algemene Afdeling en de Bijzondere Trekkingsrechtenafdeling
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1978
- Bronpublicatie:
03-05-1976, Trb. 1977, 40 (uitgifte: 01-01-1977, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-1978
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-06-1978, Trb. 1978, 80 (uitgifte: 01-01-1978, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
(a)
De Algemene Afdeling en de Bijzondere Trekkingsrechtenafdeling worden beheerd overeenkomstig het bepaalde in artikel XII, met inachtneming van onderstaande bepalingen:
- (i)
voor vergaderingen of besluiten van de Raad van Bestuur betreffende aangelegenheden die uitsluitend betrekking hebben op de Bijzondere Trekkingsrechtenafdeling wordt voor het bijeenroepen van vergaderingen en het vaststellen of een quorum aanwezig is dan wel of een besluit met de vereiste meerderheid is genomen, alleen rekening gehouden met verzoeken van of de aanwezigheid en stemmen van Bestuurders benoemd door leden die participant zijn.
- (ii)
Voor besluiten van het College van Bewindvoerders betreffende aangelegenheden die uitsluitend betrekking hebben op de Bijzondere Trekkingsrechtenafdeling hebben alleen Bewindvoerders die zijn benoemd of gekozen door ten minste één lid dat participant is, het recht hun stem uit te brengen. Ieder dezer Bewindvoerders heeft het recht het aantal stemmen uit te brengen dat is toegewezen aan het lid-participant dat hem heeft benoemd, of aan de leden die participant zijn en wier stemmen hebben meegeteld bij zijn verkiezing. Voor het vaststellen of een quorum aanwezig is dan wel een besluit wordt genomen met de vereiste meerderheid, wordt alleen rekening gehouden met de aanwezigheid van Bewindvoerders benoemd of gekozen door leden die participant zijn en de aan leden die participant zijn toegewezen stemmen. Voor de toepassing van deze bepaling verschaft een overeenkomst ingevolge artikel XII, sectie 3 letter (i), (ii) van een lid dat participant is, aan een benoemde Bewindvoerder het recht te stemmen en het aan het lid toegewezen aantal stemmen uit te brengen.
- (iii)
Over vraagstukken betreffende het algemene beheer van het Fonds, met inbegrip van de vergoedingen ingevolge artikel XVI, sectie 2, en over de vraag of een aangelegenheid beide afdelingen, dan wel uitsluitend de Bijzondere Trekkingsrechtenafdeling betreft, wordt beslist alsof zij uitsluitend betrekking hadden op de Algemene Afdeling. Besluiten ten aanzien van de wijze van waardebepaling van het bijzondere trekkingsrecht, de aanvaarding en het bezit van bijzondere trekkingsrechten in de Algemene Middelenrekening van de Algemene Afdeling en het gebruik daarvan, alsmede andere besluiten omtrent de verrichtingen en transacties die lopen over zowel de Algemene Middelenrekening van de Algemene Afdeling als de Bijzondere Trekkingsrechtenafdeling, worden genomen met de meerderheid vereist voor besluiten over aangelegenheden die uitsluitend elke Afdeling betreffen. Indien een besluit betrekking heeft op een aangelegenheid betreffende de Bijzondere Trekkingsrechtenafdeling moet zulks daarin worden aangegeven.
(b)
Naast de voorrechten en immuniteiten die zijn toegekend ingevolge artikel IX van deze Overeenkomst wordt bovendien generlei belasting geheven op bijzondere trekkingsrechten of op verrichtingen of transacties in bijzondere trekkingsrechten.
(c)
Een vraagstuk betreffende de interpretatie van de bepalingen van deze Overeenkomst in aangelegenheden die uitsluitend de Bijzondere Trekkingsrechtenafdeling betreffen, wordt overeenkomstig artikel XXIX(a) alleen op verzoek van een participant voorgelegd aan het College van Bewindvoerders. In elk geval waarin het College van Bewindvoerders zich heeft uitgesproken over een interpretatievraagstuk dat uitsluitend de Bijzondere Trekkingsrechtenafdeling betreft, kan alleen een participant eisen dat de aangelegenheid wordt verwezen naar de Raad van Bestuur ingevolge artikel XXIX(b). De Raad van Bestuur besluit of een Bestuurder benoemd door een lid dat geen participant is, gerechtigd is in de Interpretatiecommissie zijn stem uit te brengen over vraagstukken die uitsluitend de Bijzondere Trekkingsrechtenafdeling betreffen.
(d)
Wanneer ten aanzien van enigerlei aangelegenheid die uitsluitend voortvloeit uit participatie in de Bijzondere Trekkingsrechtenafdeling een meningsverschil ontstaat tussen het Fonds en een participant die zijn participatie in de Bijzondere Trekkingsrechtenafdeling heeft beëindigd of tussen het Fonds en enige participant tijdens de liquidatie van de Bijzondere Trekkingsrechtenafdeling, wordt het meningsverschil onderworpen aan arbitrage overeenkomstig de procedures vervat in artikel XXIX(c).