Einde inhoudsopgave
Tweede aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken
Artikel 12 Teruggave
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2004
- Bronpublicatie:
08-11-2001, Trb. 2008, 157 (uitgifte: 27-08-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-11-2001, Trb. 2008, 157 (uitgifte: 27-08-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
De aangezochte Partij kan, op verzoek van de verzoekende Partij en onverminderd de rechten van derden te goeder trouw, de voorwerpen die door een strafbaar feit zijn verkregen, ter beschikking stellen van de verzoekende Partij met het oog op de teruggave ervan aan de rechtmatige eigenaren.
2.
Bij de toepassing van de artikelen 3 en 6 van het Verdrag kan de aangezochte Partij afstand doen van de voorwerpen hetzij vóór, hetzij na de overgave aan de verzoekende Partij, indien dit de teruggave van deze voorwerpen aan de rechtmatige eigenaar kan bevorderen. Rechten van derden te goeder trouw blijven onverlet.
3.
In geval van afstand vóór de overgave van de voorwerpen aan de verzoekende Partij zal de aangezochte Partij geen zekerheidsrecht of enig ander verhaalsrecht krachtens de wettelijke bepalingen inzake belasting of douane doen gelden op die voorwerpen.
4.
Afstand, als bedoeld in het tweede lid, laat het recht van de aangezochte Partij om belastingen of rechten van de rechtmatige eigenaar te eisen, onverlet.