Einde inhoudsopgave
Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen
Artikel 10.01 Algemene bepalingen
Geldend
Geldend vanaf 07-10-2018
- Bronpublicatie:
07-09-2018, Stcrt. 2018, 50756 (uitgifte: 26-09-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/156621)
- Inwerkingtreding
07-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-09-2018, Stcrt. 2018, 50756 (uitgifte: 26-09-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/156621)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Indien voor bepaalde onderdelen van een elektrische installatie of een elektrisch apparaat bijzondere voorschriften ontbreken, wordt de veiligheidsgraad als voldoende beschouwd wanneer die onderdelen zijn vervaardigd volgens een geldende Europese norm of volgens de voorschriften van een erkend classificatiebureau.
De vereiste documenten moeten worden voorgelegd aan de Commissie van deskundigen.
2.
Aan boord moeten de volgende, door de Commissie van deskundigen gewaarmerkte, documenten aanwezig zijn:
- a)
overzichtsschema's van de gehele elektrische installatie;
- b)
schema's van het hoofdschakelbord, het noodschakelbord en de verdeelschakelborden waarop de belangrijkste technische gegevens zoals de nominale stroom van zekeringen en schakeltoestellen zijn aangegeven;
- c)
gegevens betreffende het vermogen van elektrische apparaten;
- d)
soort en doorsnede van de kabels;
- e)
bij elektrische scheepsaandrijvingen schema's van de schakelborden en documentatie met betrekking tot de elektrische aandrijfmotoren;
- f)
schema's van de elektronische sturing, regel-, alarm- en veiligheidssystemen;
- g)
schema's van de stuurstroomkringen.
In geval van onbemande vaartuigen hoeven deze documenten zich niet aan boord te bevinden, daarentegen te allen tijde door de eigenaar getoond kunnen worden.
3.
De apparaten en installaties moeten bestand zijn tegen permanente slagzij van het vaartuig tot 15° en een omgevingstemperatuur, bij plaatsing binnen in het schip, van 0 °C tot + 40 °C en, bij plaatsing aan dek, van — 20 °C tot + 40 °C geschikt zijn. Zij moeten binnen deze grenswaarden onberispelijk functioneren.
4.
Elektrische apparaten en installaties moeten goed toegankelijk en onderhoudsvriendelijk zijn.
5.
Elektrische apparaten en installaties moeten zodanig uitgevoerd en ingebouwd zijn dat de trillingen die onder normale bedrijfsomstandigheden aan boord optreden geen storingen of schade veroorzaken.