Einde inhoudsopgave
Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter
2.4 Onderwerpen voor het Behandelteam IFZ
Geldend
Geldend vanaf 18-06-2022
- Bronpublicatie:
07-06-2022, Stcrt. 2022, 15569 (uitgifte: 17-06-2022, regelingnummer: 2022 – 10157)
- Inwerkingtreding
18-06-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-06-2022, Stcrt. 2022, 15569 (uitgifte: 17-06-2022, regelingnummer: 2022 – 10157)
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Informatieverplichting
Fiscaal bestuursrecht / Standpuntbepaling
Internationaal belastingrecht / BEPS
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Organisatie Belastingdienst
Het Behandelteam IFZ is eerste behandelaar voor de volgende onderwerpen:
- a.
de toepassing van de deelnemingsvrijstelling op voordelen uit niet in Nederland gevestigde deelnemingen1.;
- b.
de kwalificatie van hybride financieringsvormen of hybride rechtsvormen in internationale structuren2.3.;
- c.
de toepassing van de artikelen 13ab en 23e Wet VPB;
- d.
de vraag of er al dan niet sprake is van een vaste inrichting in Nederland of op de BES-eilanden van een daarbuiten gevestigd lichaam als bedoeld in artikel 17, derde lid, onderdeel a, Wet VPB;
- e.
- f.
de toepassing van artikel 17, derde lid, onderdeel b, Wet VPB (aanmerkelijk belangregeling);
- g.
de vraag of er al dan niet sprake is van een vaste inrichting op de BES-eilanden van een op Aruba, Curaçao of Sint Maarten gevestigd lichaam als bedoeld in artikel 17, derde lid, onderdeel c, Wet VPB;
- h.
de vraag of er sprake is van een Nederlandse onderneming als bedoeld in artikel 17a Wet VPB;
- i.
de toepassing van artikel 1, zevende en achtste lid, Wet DB;
- j.
- k.
de toepassing van een in een Belastingverdrag opgenomen antimisbruikbepaling die de verdragsvoordelen met betrekking tot dividenden, rente en royalty’s aan de uiteindelijk gerechtigde van dit dividend, deze rente of royalty onthoudt als deze uiteindelijke gerechtigde het belang houdt met het hoofddoel of een van de hoofddoelen om de voordelen van het desbetreffende Belastingverdrag deelachtig te worden. Het betreft zowel antimisbruikbepalingen die worden aangeduid als een zogenoemde ‘principal purpose test’ als die worden aangeduid als een zogenoemde ‘main purpose test’;
- l.
de toepassing van de Wet BB;
- m.
de toepassing van de artikelen 12aa tot en met 12af Wet VPB;
- n.
de allocatie van activa (waaronder aandelen), vermogen of risico’s aan een vaste inrichting;
- o.
het sluiten van een APA5.. Een APA geeft zekerheid vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning (een arm's-lengthbeloning) of een methode voor de vaststelling van een dergelijke beloning voor grensoverschrijdende transacties tussen gelieerde lichamen en winstallocatie aan vaste inrichtingen van lichamen;
- p.
de vraag of lichamen gelieerd zijn in de zin van artikel 8b, eerste of tweede lid, Wet VPB;
- q.
de vraag of sprake is van een concerndienst voor groepsmaatschappijen dan wel van een activiteit die als aandeelhouder wordt verricht als bedoeld in paragraaf 6 van het Verrekenprijsbesluit6.;
- r.
de toepassing van de artikelen 8ba tot en met 8bd en artikel 35 Wet VPB;
- s.
de vraag of al dan niet sprake is van een omgekeerd hybride lichaam als bedoeld in artikel 2, twaalfde lid, Wet VPB; en
- t.
de toepassing van artikel 9, eerste lid, onderdeel f, Wet VPB.
Voetnoten
Dit is met inbegrip van artikel 23c Wet VPB.
Het gaat hierbij om de kwalificatie van rechtsvormen, samenwerkingsverbanden en financieringsvormen.
Het Besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter geldt ook in relatie tot de toepassing van het besluit van 11 december 2009, CPP2009/519M (Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden).
Dit is met inbegrip van de toepassing van afdeling 2.10A Wet VPB (objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten) en artikel 23d Wet VPB.
De behandeling van een APA-verzoek is mede gebaseerd op de paragrafen 4.134 tot en met 4.176 van de OESO-richtlijnen.