Einde inhoudsopgave
Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof
Artikel 76 Einduitspraak
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
17-07-1998, Trb. 2000, 120 (uitgifte: 17-10-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-07-2002, Trb. 2002, 135 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
In geval van veroordeling beraadslaagt de Kamer van berechting over de passende einduitspraak en houdt daarbij rekening met het bewijs en de conclusies die tijdens de terechtzitting naar voren zijn gebracht en relevant zijn voor de einduitspraak.
2.
Behoudens wanneer artikel 65 van toepassing is en voor het einde van de terechtzitting is de Kamer van berechting ambtshalve bevoegd een nadere zitting te houden, en dient hij, wanneer de Aanklager of de beschuldigde dit verzoekt, deze te houden, teneinde kennis te nemen van aanvullend bewijs of aanvullende conclusies die relevant zijn voor de einduitspraak, overeenkomstig het Reglement van proces- en bewijsvoering.
3.
Indien het tweede lid van toepassing is neemt het Hof kennis van de opvattingen ingevolge artikel 75 tijdens de in het tweede lid vermelde nadere zitting en, indien noodzakelijk, in de loop van aanvullende zittingen.
4.
De einduitspraak wordt in het openbaar uitgesproken en, waar mogelijk, in aanwezigheid van de beschuldigde.