Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2020/852 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088
Artikel 15 Substantiële bijdrage aan de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen
Geldend
Geldend vanaf 12-07-2020
- Bronpublicatie:
18-06-2020, PbEU 2020, L 198 (uitgifte: 22-06-2020, regelingnummer: 2020/852)
- Inwerkingtreding
12-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2020, PbEU 2020, L 198 (uitgifte: 22-06-2020, regelingnummer: 2020/852)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Milieurecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Een economische activiteit wordt aangemerkt als een economische activiteit die substantieel aan de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen bijdraagt indien die activiteit substantieel bijdraagt aan het beschermen, behouden of herstellen van de biodiversiteit of aan het bereiken van de goede staat van ecosystemen, dan wel aan het beschermen van reeds in goede staat verkerende ecosystemen, door middel van:
- a)
natuur- en biodiversiteitsbehoud, met inbegrip van het bereiken van een gunstige staat van instandhouding van natuurlijke en halfnatuurlijke habitats en soorten, of van het voorkomen van het verslechteren ervan wanneer zij reeds in gunstige staat van instandhouding verkeren, en van het beschermen en het herstellen van terrestrische, mariene en andere aquatische ecosystemen, om hun staat en hun vermogen om ecosysteemdiensten te verlenen, te verbeteren;
- b)
duurzaam bodemgebruik en -beheer, met inbegrip van afdoende bescherming van de bodembiodiversiteit; neutraliteit qua bodemdegradatie; en de sanering van verontreinigde terreinen;
- c)
duurzame landbouwpraktijken, met inbegrip van praktijken die bijdragen aan de verbetering van de biodiversiteit of het stoppen of voorkomen van de degradatie van bodems en andere ecosystemen, van ontbossing en van habitatverlies;
- d)
duurzaam bosbeheer, met inbegrip van praktijken en gebruik van bossen en bosgrond die bijdragen aan de verbetering van de biodiversiteit of het stoppen of voorkomen van de degradatie van ecosystemen, van ontbossing en van habitatverlies, of
- e)
het overeenkomstig artikel 16 faciliteren van een of meer van de in de punten a) tot en met d) van dit lid opgenomen activiteiten.
2.
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 23 een gedelegeerde handeling vast met het oog op:
- a)
het aanvullen van lid 1 van dit artikel door technische screeningcriteria vast te stellen om de voorwaarden te bepalen waaronder een specifieke economische activiteit kan worden aangemerkt als substantieel bijdragend aan de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen, en
- b)
het aanvullen van artikel 17 door voor elke relevante milieudoelstelling technische screeningcriteria vast te stellen om uit te maken of een economische activiteit ten aanzien waarvan op grond van punt a) van dit lid technische screeningcriteria zijn vastgesteld, ernstig afbreuk doet aan een of meer van die doelstellingen.
3.
Alvorens de in lid 2 van dit artikel bedoelde gedelegeerde handeling vast te stellen, raadpleegt de Commissie het in artikel 20 bedoelde platform over de in lid 2 van dit artikel bedoelde technische screeningcriteria.
4.
De Commissie stelt de in lid 2 van dit artikel bedoelde technische screeningcriteria vast in één gedelegeerde handeling, rekening houdend met de vereisten van artikel 19.
5.
De Commissie stelt de in lid 2 bedoelde gedelegeerde handeling uiterlijk op 31 december 2021 vast, om ervoor te zorgen dat deze per 1 januari 2023 van toepassing wordt.