Einde inhoudsopgave
Binnenvaartregeling
Artikel 4.6
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2009
- Redactionele toelichting
Deze regeling treedt tegelijk in werking met de Binnenvaartwet (13-09-2007, Stb. 498).
- Bronpublicatie:
02-06-2009, Stcrt. 2009, 106 (uitgifte: 12-06-2009, regelingnummer: CEND/HDJZ-2009/105)
- Inwerkingtreding
01-07-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-2009, Stb. 2009, 164 (uitgifte: 07-04-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Voor de meting van een binnenschip worden de maten aan het vaartuig zelf gemeten. Het te meten deel van het binnenschip is het deel dat begrepen is tussen het vlak van de grootste toegelaten diepgang en het vlak van inzinking van het lege vaartuig.
2.
Bij het meten van lengten en breedten worden de onderdelen van centimeters rekenkundig afgerond.
3.
Bij het meten van hoogten worden de onderdelen van centimeters tot op millimeters in aanmerking genomen.
4.
Bij de berekening worden breuken van duizendste delen, rekenkundig afgerond tot duizendsten.
5.
Bij de eindberekening van de verplaatsing worden onderdelen van een kubieke decimeter verwaarloosd.