Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
3.4 Overige aanvraagprocedures voor een verblijfsvergunning regulier
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2023
- Bronpublicatie:
25-09-2023, Stcrt. 2023, 26470 (uitgifte: 29-09-2023, regelingnummer: WBV 2023/22)
- Inwerkingtreding
01-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2023, Stcrt. 2023, 26470 (uitgifte: 29-09-2023, regelingnummer: WBV 2023/22)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
3.4.1. Algemene bepalingen
3.4.1.1. De aanvraag
De herhaalde aanvraag
De IND merkt in het kader van artikel 4:6 Awb enkel feiten en omstandigheden als nieuw aan die:
- •
op het moment waarop de eerste aanvraag werd afgewezen niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn; en
- •
aanleiding geven tot heroverweging van de eerste aanvraag.
Verzoek om heroverweging
De IND beschouwt een verzoek om heroverweging van een in rechte onaantastbaar geworden beschikking als een aanvraag die niet is ingediend overeenkomstig de formele vereisten voor de indiening van een aanvraag.
De IND stelt de vreemdeling in de gelegenheid om aan de formele vereisten te voldoen.
Meer verblijfdoelen
De IND beoordeelt slechts één verblijfsbeperking per aanvraag, met uitzondering van de gronden genoemd in artikel 3.6, eerste lid, Vb dan wel artikel 3.6a Vb.
Ambtshalve toets
Bij afwijzing van een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 3.6, tweede lid, Vb, beoordeelt de IND ambtshalve of de vreemdeling in aanmerking komt voor verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op een van de gronden genoemd in artikel 3.6, eerste lid, Vb.
De IND doet dit volgens een vaste volgorde.
De IND beoordeelt ambtshalve of de vreemdeling in aanmerking komt voor verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op een van de gronden genoemd in artikel 3.6, eerste lid, Vb als de IND:
- •
de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 3.6, tweede lid, Vb afwijst;
- •
de aanvraag tot het verlengen van een geldigheidsduur van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 3.6, tweede lid, Vb afwijst;
- •
de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 3.6, tweede lid, Vb intrekt.
De IND maakt geen gebruik van de bevoegdheid om ambtshalve te beoordelen of een vreemdeling in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning regulier op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder e, Vb juncto artikel 3.48, tweede lid onder b, Vb. Dat laat onveranderd dat de IND – voor zover daar in wordt voorzien – ambtshalve een vergunning kan verlenen op grond van artikel 3.6b Vb.
Als de IND ambtshalve geen verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verleent op grond van artikel 3.6, eerste lid, Vb, beoordeelt de IND:
- –
Voor zover van toepassing en overeenkomstig paragraaf B11/2.5Vc of er in het kader van een eerste reguliere aanvraag aanleiding bestaat een vergunning op grond van artikel 3.6ba Vb te verlenen;
- –
en indien toepassing van artikel 3.6ba Vb niet aan de orde is, of er op grond van artikel 6.1d Vb ambtshalve reden is voor toepassing van artikel 64 Vw.
De IND laat de ambtshalve toets als bedoeld in artikel 3.6 Vb en 6.1d Vb achterwege, als de IND aan de vreemdeling met de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd een zwaar inreisverbod of een ongewenstverklaring oplegt. De IND laat de ambtshalve toets als bedoeld in artikel 3.6ba Vb achterwege voor zover daar op grond van paragraaf B11/2.5Vc aanleiding toe bestaat.
3.4.1.2. Vereisten voor de indiening van de aanvraag
Plaats van indiening aanvraag
Op grond van artikel 3.101 Vb worden de volgende aanvragen ingediend bij de IND:
- •
de aanvraag tot het verlenen, verlengen van de geldigheidsduur of het wijzigen van de beperking van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd;
- •
de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd; en
- •
de aanvraag tot het vervangen of vernieuwen van het verblijfsdocument om redenen als genoemd in artikel 4.22 Vb.
De aanvrager dient de aanvraag in op een door de IND via zijn website of het aanvraagformulier kenbaar gemaakte wijze. De IND maakt op zijn website of op het aanvraagformulier eveneens kenbaar op welke wijze de aanvrager de leges moet betalen. De aanvrager dient de aanvraag in met het vereiste formulier, dat bij de IND verkrijgbaar is.
Uitzondering voor het indienen van de aanvraag bij de IND
De vreemdeling moet de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor slachtoffers en getuige-aangevers van mensenhandel indienen bij de politie van de gemeente waar de vreemdeling woon- of verblijfplaats heeft.
Beschikbaar tijdens de behandeling van de aanvraag
De IND kan de vreemdeling met het oog op zijn beschikbaarheid tijdens de behandeling van een aanvraag als bedoeld in artikel 3.99, tweede lid, aanhef en onder a, Vb een aanwijzing geven door middel van model M117D, op de dag dat de vreemdeling de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd aan een IND-loket indient. De IND licht de aanwijzing mondeling toe.
Leges
De IND eist dat de vreemdeling bij een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, als bedoeld in artikel 3.99, tweede lid, aanhef en onder a, Vb de verschuldigde leges per kas of per elektronische betaling ter plekke aan het IND-loket voldoet.
Indiening door een wettelijk vertegenwoordiger
De IND merkt als wettelijke vertegenwoordiger, bedoeld in artikel 23Vw juncto artikel 3.99 Vb aan:
- •
de ouder die het gezag heeft;
- •
de voogd; of
- •
de curator.
Als degene die een aanvraag indient namens een minderjarig kind niet aantoont diens wettelijke vertegenwoordiger te zijn, geeft de IND een termijn van drie maanden na vaststelling van dit verzuim om dat gebrek te herstellen. Het herstellen van het gebrek geschiedt door:
- •
een voogdijvoorziening in Nederland; of
- •
door de ondertekening van de aanvraag namens het kind door de wettelijke vertegenwoordiger van het kind die zich in het land van herkomst bevindt.
De IND stelt de aanvraag buiten behandeling als:
- •
het kind voor wie de aanvraag is ingediend jonger is dan 12 jaar; en
- •
de wettelijke vertegenwoordiging na afloop van genoemde termijn van drie maanden niet is aangetoond.
De IND stelt de aanvraag niet buiten behandeling als de aanvraag is ondertekend door een vreemdeling van 12 jaar of ouder.
3.4.1.3. Herstel verzuim
Als de aanvraag niet voldoet aan de vereisten om deze in behandeling te kunnen nemen, dan constateert de IND dat de aanvrager in verzuim is en geeft de aanvrager op grond van artikel 4:5 Awb, twee weken om dat verzuim te herstellen. De IND schort in dit geval de beslistermijn op met ingang van de dag waarop de IND de aanvrager in de gelegenheid heeft gesteld het verzuim te herstellen tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.
In afwijking hiervan geeft de IND de aanvrager:
- •
een termijn van drie maanden na vaststelling van het verzuim dat de wettelijke vertegenwoordiging van een minderjarig kind niet is aangetoond (zie ook paragraaf 3.4.1.2 Vc bij indiening door een wettelijk vertegenwoordiger);
- •
een termijn van vier weken na vaststelling van het verzuim dat de vreemdeling niet meteen een geldig document van grensoverschrijding kan overleggen;
- •
een termijn van het tijdsverloop dat gemoeid is met de handeling van kas- of elektronische betaling, als sprake is van een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, als bedoeld in artikel 3.99, tweede lid, aanhef en onder a, Vb en de vreemdeling het verschuldigde legesbedrag niet ter plekke per kas of per elektronische betaling heeft voldaan.
De IND geeft geen herstel verzuim als de IND van tevoren vaststelt dat de vreemdeling niet voldoet aan één of meer voorwaarden van het beoogde verblijfsdoel. De IND verlengt de in de brief genoemde termijn om de aanvraag aan te vullen als sprake is van bijzondere omstandigheden.
De IND kan een (aanzienlijk) kortere termijn geven als:
- •
sprake is van een aanvraag als bedoeld in artikel 3.99, tweede lid, aanhef en onder a, Vb, waarbij de IND de vreemdeling al voorafgaand aan de indiening van de aanvraag heeft gewezen op het ontbreken van informatie en/of bewijsmiddelen; en
- •
de vreemdeling deze bewijsmiddelen desondanks niet heeft overgelegd op het moment dat de aanvraag wordt ingediend.
3.4.1.4. Beslistermijn
Aanvragen van een erkende referent
De IND streeft ernaar om binnen een termijn van twee weken na ontvangst te beslissen op een door een erkende referent ingediende aanvraag met het oog op afgifte van een mvv of op een aanvraag tot het verlenen, verlengen van de geldigheidsduur of wijziging van de beperking van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd.
De IND beslist niet binnen twee weken op voornoemde aanvragen als sprake is van één van de volgende gevallen:
- •
de aanvraag is niet op de voorgeschreven wijze en voorzien van de benodigde gegevens ingediend;
- •
een nader onderzoek is vereist;
- •
het betreft een aanvraag voor een vergunning voor verblijf en arbeid;
- •
het betreft een aanvraag voor een verblijfsvergunning waarvoor een TWV is vereist; of
- •
de aanvraag wordt niet aan de hand van de eigen verklaringen van de erkende referent beoordeeld, maar aan de hand van de onderliggende gegevens.
3.4.1.5. Bekendmaking van de beschikking
De IND verzendt geen beschikking in het volgende geval:
- •
de aanvraag wordt in eerste aanleg afgewezen en de vreemdeling mag de beslissing op het bezwaarschrift niet in Nederland afwachten en er wordt een vrijheidsbeperkende of vrijheidontnemende maatregel opgelegd;
3.4.1.6. Intrekking van de aanvraag
De vreemdeling kan alleen met een model M53 zijn aanvraag om een verblijfsvergunning intrekken als hij in bewaring is gesteld.
3.4.2. Specifieke bepalingen over een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd
Identificatie vreemdeling
De vreemdeling moet een gezichtopname laten maken en tien digitale vingerafdrukken laten afnemen door de IND voor het vaststellen van zijn identiteit (artikel 3.102a Vb).
De IND wijst de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd af als de identiteit en/of nationaliteit van de vreemdeling niet vaststaan.
Verblijfssticker
De IND verstrekt de sticker ‘Verblijfsaantekening algemeen’ (bijlage 7g VV):
- •
aan de vreemdeling als bewijs van het feit dat hij een aanvraag tot verlenen, verlenging of wijziging van de verblijfsvergunning heeft ingediend; en
- •
voor één maand korter dan de geldigheidsduur van het document voor grensoverschrijding van de vreemdeling met een maximum van zes maanden.
Uitreiking verblijfsdocument
De IND reikt het verblijfsdocument uit:
- •
aan de vreemdeling in persoon;
- •
bij minderjarigheid in het bijzijn van de wettelijk vertegenwoordiger; en
- •
bij wijziging van de beperking of vernieuwing van het verblijfsdocument tegen inlevering van het oude verblijfsdocument, tenzij sprake is van verlies of diefstal van het oude verblijfsdocument.
De korpschef reikt het verblijfsdocument aan de vreemdeling uit, als:
- •
de vreemdeling slachtoffer is van dreigend eergerelateerd geweld; en
- •
veiligheidsaspecten uitreiking door de IND belemmeren.
Afgifte documenten en schriftelijke verklaringen als bedoeld in artikel 9 Vw
De IND verstrekt een document of schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 9 Vw.
Op deze regel zijn de volgende uitzonderingen van toepassing:
- •
de vreemdeling wordt in de gelegenheid gesteld aangifte te doen van een overtreding van artikel 273 f WvSr (mensenhandel). De korpschef verstrekt een document of schriftelijke verklaring.
- •
uitzetting van de vreemdeling moet achterwege blijven op grond van artikel 64 Vw vanwege de gezondheidstoestand van de vreemdeling of die van zijn gezinsleden. Het bepaalde in paragraaf A4/7.3 Vc is van toepassing.