Einde inhoudsopgave
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie
Artikel 11 bis
Geldend
Geldend vanaf 16-05-2008
- Redactionele toelichting
Bron: geconsolideerde versie (14-05-2008) op eur-lex.europa.eu.
- Bronpublicatie:
14-05-2008, PbEU 2008, L 127 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 420/2008)
- Inwerkingtreding
16-05-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2008, PbEU 2008, L 127 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 420/2008)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Tenzij hierna anders is bepaald, mag een ambtenaar bij de uitoefening van zijn functie geen aangelegenheden behandelen waarbij hij, direct of indirect, enig persoonlijk belang, met name van familiale of financiële aard, heeft dat zijn onafhankelijkheid in het gedrang zou kunnen brengen.
2.
Wanneer een ambtenaar bij de uitoefening van zijn functie een dergelijke aangelegenheid moet behandelen, dient hij het tot aanstelling bevoegde gezag daarvan onmiddellijk in kennis te stellen. Het tot aanstelling bevoegde gezag neemt de maatregelen die nodig zijn en kan met name de ambtenaar van zijn verplichtingen met betrekking tot deze aangelegenheid ontslaan.
3.
De ambtenaar mag in ondernemingen die onder toezicht staan van de instelling waartoe hij behoort, noch direct, noch indirect, belangen hebben of verwerven die van dien aard of van die omvang zijn dat zij zijn onafhankelijkheid bij de uitoefening van zijn functie in het gedrang kunnen brengen.