Einde inhoudsopgave
Privaatrechtelijke gevolgen van een schending van het mededingingsrecht (O&R nr. 96) 2016/5.3.3
5.3.3 Casus liftenkartel en kaarsenwaskartel
I.P.M. Ligteringen, datum 01-01-2016
- Datum
01-01-2016
- Auteur
I.P.M. Ligteringen
- JCDI
JCDI:ADS575189:1
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Deze casus is ontleend aan een praktijkcasus, zie Rechtbank Rotterdam 17 juli 2013, Stichting Elevator Cartel Claim/Kone & ThyssenKrupp, NJF 2013/414. Onder meer Ikea,H&Men C&A hebben hun vorderingen tot schadevergoeding gecedeerd aan de stichting.
Rechtbank Midden-Nederland, Rechtbank Rotterdam en Rechtbank Den Haag zijn niet toegekomen aan deze vraag omdat zij oordeelden in een bevoegdheidsincident. Zie Rechtbank Midden Nederland 27 november 2013, East West Debt/UTC e.a., ECLI:NL:RBMNE:2013:5978, Rechtbank Rotterdam 17 juli 2013, Stichting Elevator Cartel Claim/Kone & ThyssenKrupp, NJF 2013/414 en Rechtbank Den Haag 1 mei 2013, CDC/Shell e.a., ECLI:NL:RBDHA:2013:CA1870.
Rechtbank Den Haag 1 mei 2013, CDC/Shell e.a., ECLI:NL:RBDHA:2013:CA1870.
Besluit van de Europese Commissie van 1 oktober 2008 (COMP/39.181), overweging 70.
213. In deze subparagraaf grijp ik terug op de casus van het liftenkartel die ik heb beschreven in sectie 5.2.4.1. Ter herinnering: aan de Nederlandse eiseres zijn vorderingen gecedeerd van benadeelden in Nederland, Duitsland, België en Luxemburg. De deelnemers aan het liftenkartel, onder andere ondernemingen van het Kone- en het ThyssenKrupp-concern, zijn ondernemingen die zijn gevestigd in de verschillende lidstaten van de EU. De eiseres vordert een verklaring voor recht dat Kone c.s. en ThyssenKrupp c.s. in strijd hebben gehandeld met het Europese kartelverbod, althans artikel 6:162 BW of 6:166 BW, en dat zij daarom de geleden schade dienen te vergoeden.1 Welk recht is van toepassing op de vorderingen tegen de verschillende deelnemers aan het kartel?2
Uit artikel 6 lid 3 sub a Rome II blijkt dat het recht van toepassing is van het land waar de markt beïnvloed wordt. In het liftenkartel zou dat leiden tot een versnippering van het toepasselijke recht omdat de markt zowel in Nederland als in Duitsland, België en Luxemburg is beïnvloed. Rechtbank Rotterdam en Rechtbank Midden-Nederland achtten zich in deze zaak in beginsel slechts bevoegd ten aanzien van de Nederlandse verweerders waardoor men niet toekomt aan de versnippering van het toepasselijke recht omdat de Nederlandse verweerders alleen de Nederlandse markt hebben beïnvloed.3
214. In het kaarsenwaskartel achtte Rechtbank Den Haag zich bevoegd ten aanzien van zowel de Nederlandse als de buitenlandse verweerders.4 De markt werd beïnvloed in geheel Europa.5 Om een versnippering van het toepasselijke recht te voorkomen, kan een beroep worden gedaan op artikel 6 lid 3 sub b Rome II. De benadeelde kan ervoor kiezen zijn vordering te baseren op het rechtsstelsel van de woonplaats van één der verweerders als de markt waarin deze verweerder woonplaats heeft, beïnvloed wordt. In het kaarsenwaskartel kan de benadeelde bijvoorbeeld kiezen voor Nederlands recht. Dat recht beheerst dan ook de vorderingen die worden ingesteld tegen de Franse of Duitse ondernemingen indien zij op grond van artikel 8 lid 1 EEX voor dezelfde rechter kunnen worden opgeroepen.