NJF 2013/414
Kartelrecht. Schadevergoeding. Rechtsmacht. Rechtbank heeft rechtsmacht ten aanzien van gestelde parental liability van moedermaatschappijen van Nederlandse liftenkarteldeelnemers en niet ten aanzien van deelnemers aan Duitse, Belgische en Luxemburgse liftenkartels.
Rb. Rotterdam 17-07-2013, ECLI:NL:RBROT:2013:5504
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
17 juli 2013
- Magistraten
Mrs. A.N. van Zelm van Eldik, P.C. Santema, W.P. Sprenger
- Zaaknummer
C/10/390424 / HA ZA 11-2071
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Mededingingsrecht / Mededingingsafspraken
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:2013:5504, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 17‑07‑2013
- Wetingang
Art. 101 VWEU; art. 5, art. 6 EEX-Vo; art. 6:162, 6:166 BW
Essentie
Kartelrecht. Schadevergoeding. Rechtsmacht. Rechtbank heeft rechtsmacht ten aanzien van gestelde parental liability van moedermaatschappijen van Nederlandse liftenkarteldeelnemers en niet ten aanzien van deelnemers aan Duitse, Belgische en Luxemburgse liftenkartels.
Samenvatting
Aan de stichting zijn vorderingen gecedeerd van benadeelden in Nederland, Duitsland, België en Luxemburg van het liftenkartel van o.m. het Kone- en het ThyssenKrupp-concern. De Europese Commissie heeft de deelnemers aan het liftenkartel beboet met hoge boetes, welke beschikking bij de Europese rechter nagenoeg geheel in stand is gebleven. De stichting vordert als cessionaris de schade die de cedenten hebben geleden. De bevoegdheid van de rechtbank ter zake ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.