Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/837
Economische zaak, illegale handel in beschermde inheemse vogels. Verkoop door vennootschap van beschermde inheemse diersoort (bosfazant) (meermalen gepleegd), art. 13 lid 1 sub a Flora en faunawet (oud). Beroep op ontslag van alle rechtsvervolging wegens bestaan van vrijstelling a.b.i. art. 5 lid 1 Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (oud). Door te overwegen dat beroep op vrijstelling niet slaagt op de grond dat vereiste registratie niet heeft plaatsgevonden omdat medeverdachte heeft verklaard dat zij geen administratie hebben bijgehouden, heeft hof miskend dat in art. 8 Besluit (oud) bedoelde registratie in administratie slechts ziet op een door (destijds) Minister van Economische zaken, Landbouw en Innovatie te houden administratie en niet op enige door verdachte te houden administratie. Gelet hierop heeft hof de verwerping van beroep op ontslag van alle rechtsvervolging wegens bestaan van vrijstelling a.b.i. art. 5 lid 1 Besluit (oud), niet toereikend gemotiveerd. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing.
HR 13-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1100
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juli 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/02592
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Bijzondere onderwerpen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1100, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:472, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑05‑2021
Essentie
Economische zaak, illegale handel in beschermde inheemse vogels. Verkoop door vennootschap van beschermde inheemse diersoort (bosfazant) (meermalen gepleegd), art. 13 lid 1 sub a Flora en faunawet (oud). Beroep op ontslag van alle rechtsvervolging wegens bestaan van vrijstelling a.b.i. art. 5 lid 1 Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (oud). Door te overwegen dat beroep op vrijstelling niet slaagt op de grond dat vereiste registratie niet heeft plaatsgevonden omdat medeverdachte heeft verklaard dat zij geen administratie hebben bijgehouden, heeft hof miskend dat in art. 8 Besluit (oud) bedoelde registratie in administratie slechts ziet op een door (destijds) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.