Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1180
Afvalstoffen EVOA. Beroep op niet-ontvankelijkheid OM wegens ne bis in idem faalt.
HR 31-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2796
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 oktober 2017
- Magistraten
Mrs.Ā J.Ā deĀ Hullu, E.S.G.N.A.I.Ā vanĀ deĀ Griend, M.J.Ā Borgers
- Zaaknummer
16/01180 E
- Conclusie
A-GĀ mr.Ā P.C.Ā Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Bijzonder strafrecht / Milieustrafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2796, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31ā10ā2017
ECLI:NL:PHR:2017:1136, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29ā08ā2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 16ā12ā2016
- Wetingang
Art. 68 lid 3 Sr; art. 50 Handvest Grondrechten EU; art. 54 van de Schengen Uitvoeringsovereenkomst
Essentie
Economische zaak, afvalstoffenverordening (EVOA). Beroep op niet-ontvankelijkheid OM wegens ne bis in idem faalt.
Verdachte is veroordeeld omdat zij in Rotterdam doende was zonder kennisgeving twee containers met oud papier over te brengen van het Verenigd Koninkrijk naar Saoedi ArabiĆ«. Beroep op niet-ontvankelijkheid OM wegens strijd met het ne bis in idem-beginsel door de vervolging in Nederland na een schriftelijke waarschuwing van het milieubeschermingsagentschap SEPA in Schotland. Hoge Raad: geen ne bis in idem. In ās hofs vaststelling ligt niet onbegrijpelijk besloten dat niet SEPA maar de āProcurator Fiscalā de tot vervolging bevoegde instantie is bij de geconstateerde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.