Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1181
Afbeelding via WhatsApp verzenden; ‘vertonen’ conform art. 240a Sr.
HR 31-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2805
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/04590
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2805, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1195, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑09‑2017
- Wetingang
Art. 240a Sr
Essentie
Verzenden schadelijke seksuele afbeelding aan dertienjarige via WhatsApp. Uitleg art. 240a Sr. ’s Hofs oordeel dat ‘gelet op het daadwerkelijke contact tussen de verzender en ontvanger op programma’s zoals Whatsapp’ sprake is van ‘vertonen’ in de zin van art. 240a Sr, is juist, gelet op de wetsgeschiedenis.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 5 september 2016, nummer 21/002708-16, in de strafzaak tegen: C., adv.: mr. M. Wezepoel, te Nootdorp.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
Middel III, zie 2.1; (red.).