Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies en emissies uit de veehouderij (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging)
Artikel 27 quinquies Transformatie naar een schone, circulaire en klimaatneutrale industrie
Geldend
Geldend vanaf 04-08-2024
- Bronpublicatie:
24-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1785 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1785)
- Inwerkingtreding
04-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1785 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1785)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
1.
De lidstaten eisen dat exploitanten uiterlijk op 30 juni 2030 in hun MBS een indicatief transformatieplan opnemen dat hun activiteiten dekt als bedoeld in de punten 1, 2, 3, 4 en 6.1, a) en b), van bijlage I. Het transformatieplan bevat informatie over de manier waarop de exploitant de installatie in de periode 2030–2050 zal transformeren om bij te dragen aan de totstandkoming van een duurzame, schone, circulaire, hulpbronnen-efficiënte en klimaatneutrale economie uiterlijk in 2050, in voorkomend geval met inbegrip van ingrijpende industriële transformatie als bedoeld in artikel 27 sexies.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in artikel 14 bis, lid 4, zesde alinea bedoelde auditorganisatie uiterlijk een jaar na de in de eerste alinea van dit lid vastgestelde termijn beoordeelt of de in de eerste alinea van dit lid bedoelde transformatieplannen in overeenstemming zijn met de vastgestelde eisen van de in lid 5 van dit artikel bedoelde gedelegeerde handeling.
2.
De lidstaten eisen dat de exploitant in het kader van de evaluatie van de vergunningsvoorwaarden op grond van artikel 21, lid 3, na de bekendmaking van de besluiten over BBT-conclusies na 1 januari 2030, in zijn MBS een transformatieplan opneemt voor elke installatie waarin een in bijlage I genoemde activiteit wordt uitgevoerd die niet in lid 1 van dit artikel is genoemd. Het transformatieplan bevat informatie over de manier waarop de exploitant de installatie in de periode 2030–2050 zal transformeren om bij te dragen aan de totstandkoming van een duurzame, schone, circulaire en klimaatneutrale economie uiterlijk in 2050, overeenkomstig de vastgestelde eisen van de in lid 5 van dit artikel bedoelde gedelegeerde handeling.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in artikel 14 bis, lid 4, zesde alinea, bedoelde auditorganisatie uiterlijk een jaar na de afronding van de in artikel 21, lid 3, bedoelde toetsing beoordeelt of de in de eerste alinea bedoelde transformatieplannen in overeenstemming zijn met de eisen die zijn vastgesteld in de in lid 5 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling.
3.
Wanneer twee of meer installaties onder controle staan van dezelfde exploitant, of wanneer de installaties onder controle staan van verschillende exploitanten die deel uitmaken van dezelfde onderneming, in dezelfde lidstaat, kunnen die installaties onder één transformatieplan vallen.
Wanneer elementen van de transformatieplannen reeds overeenkomstig andere wetgeving van de Unie zijn ontwikkeld en aan dit artikel voldoen, kan in het transformatieplan worden verwezen naar de desbetreffende documenten.
4.
De exploitant maakt zijn transformatieplan, actualiseringen van het transformatieplan, en de resultaten van de in de leden 1 en 2 bedoelde beoordeling openbaar, als onderdeel van de openbaarmaking van relevante informatie die is beschreven in het MBS als bedoeld in artikel 14 bis, lid 4.
5.
De Commissie stelt uiterlijk op 30 juni 2026 een gedelegeerde handeling vast om deze richtlijn aan te vullen door de inhoud van de transformatieplannen te specificeren, op basis van de krachtens de leden 1, 2 en 3 vereiste informatie.
Uiterlijk op 31 december 2034 evalueert de Commissie de in de eerste alinea bedoelde gedelegeerde handeling en herziet zij deze in voorkomend geval.