Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/682
Verbintenissenrecht. Aannemingsovereenkomst. Meerwerk. Tenzij-bepaling art. 7:755 BW; inzicht opdrachtgever in omvang prijsverhoging vereist?; redelijke prijs (art. 7:752 BW).
HR 01-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:989
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 juli 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
21/00812
- Conclusie
A-G mr. S.D. Lindenbergh
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bouwrecht / Aanneming
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:989, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1254, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑04‑2021
- Wetingang
Art. 7:752, 7:755 BW
Essentie
Verbintenissenrecht. Aannemingsovereenkomst. Meerwerk. Tenzij-bepaling art. 7:755 BW; inzicht opdrachtgever in omvang prijsverhoging vereist?; redelijke prijs (art. 7:752 BW).
Samenvatting
Art. 7:755, eerste zin, BW bepaalt dat in geval van door de opdrachtgever gewenste toevoegingen of veranderingen in het overeengekomen werk de aannemer slechts dan een verhoging van de prijs kan vorderen, wanneer hij de opdrachtgever tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een daaruit voortvloeiende prijsverhoging, tenzij de opdrachtgever die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen. Bij de toepassing van de tenzij-bepaling in art. 7:755, eerste zin, BW is niet van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.