Einde inhoudsopgave
RvdW2018/893
Huwelijksvermogensrecht. Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wvps); geen verevening van ‘tussenhuwelijkse’ pensioenrechten. Afkoopsom met betrekking tot buiten huwelijk opgebouwd ouderdomspensioen; vergoedingsrecht op voet art. 1:95 lid 2 BW.
HR 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1180
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juli 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/04947
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1180, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:519, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑05‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑10‑2017
- Wetingang
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wvps); geen verevening van ‘tussenhuwelijkse’ pensioenrechten. Afkoopsom met betrekking tot buiten huwelijk opgebouwd ouderdomspensioen; vergoedingsrecht op voet art. 1:95 lid 2 BW.
De pensioenrechten van de man waarop de Wvps van toepassing is, vallen niet in de huwelijksgemeenschap. Krachtens deze wet worden uitsluitend pensioenrechten die tijdens het huwelijk zijn opgebouwd, verevend. De pensioenrechten die in de periode tussen beide huwelijken zijn opgebouwd, worden niet op de voet van deze wet verevend (art. 2 lid 1 Wvps). De achtergrond van de beperking van pensioenverevening tot de huwelijkse periode is erin gelegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.