Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2010
- Redactionele toelichting
In het Staatsblad is art. 5 gewijzigd. De wijziging betreffende art. 4, lid 1, moet worden aangebracht in art. 3, lid 1.
- Bronpublicatie:
06-11-2008, Stb. 2010, 175 jo Stb. 2008, 494 (uitgifte: 04-12-2008, kamerstukken: 31387)
22-04-2010, Stb. 2010, 175 jo Stb. 2008, 494 (uitgifte: 04-05-2010, kamerstukken: 30585)
- Inwerkingtreding
01-09-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-2010, Stb. 2010, 236 (uitgifte: 24-06-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
De vice-president van de Raad van State kan een lid van de Raad van State en een staatsraad op diens verzoek gedurende een bepaalde periode ontheffen van de waarneming van zijn ambt.
2.
De bezoldiging blijft gedurende de periode van de ontheffing van de waarneming van zijn ambt achterwege.