Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 13-02-2009
- Bronpublicatie:
06-11-2008, Stb. 2008, 494 (uitgifte: 04-12-2008, kamerstukken: 31387)
- Inwerkingtreding
13-02-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-01-2009, Stb. 2009, 53 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Staatsinrichting
Wet van 6 november 2008, houdende regeling van de rechtspositie van de vice-president van de Raad van State, de staatsraden en de staatsraden in buitengewone dienst, alsmede van de president en de overige leden van de Algemene Rekenkamer, alsmede van de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsmannen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rechtspositie van de vice-president van de Raad van State, de staatsraden en de staatsraden in buitengewone dienst, alsmede van de president en de overige leden van de Algemene Rekenkamer, alsmede van de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsmannen te harmoniseren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: