Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/645
Beroep op noodweer onvoldoende gemotiveerd verworpen.
HR 08-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:858
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 april 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
12/02123
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:858, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:259, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑12‑2012
- Wetingang
Art. 41 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Essentie
Noodweer en noodzakelijkheid verdediging? Verdediging tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding zal niet noodzakelijk kunnen worden geacht indien een verdachte zich aan de aanranding had kunnen en moeten onttrekken. De verwerping van het beroep op noodweer steunt enkel op de grond dat niet aannemelijk is geworden dat de verdachte "zich niet heeft kunnen verwijderen uit de positie hangend over de op de grond op zijn zij liggende aangever heen". Nu niet de vraag is beantwoord of van verdachte ook mocht worden gevergd dat hij "zich uit die positie zou hebben verwijderd", is dat oordeel zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.