Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/624
Aanwijzingsbevoegdheid Bureau Jeugdzorg; aanwijzingsbevoegdheid van art. 1:258 BW en van art. 1:263a BW; is art. 1:263a BW bij uitsluiting van toepassing ingeval de minderjarige zijn hoofdverblijf heeft bij een van zijn met het gezag belaste ouders en een contact beperkende maatregel wordt gegeven m.b.t. de andere ouder bij wie hij niet zijn hoofdverblijf heeft?; redelijke wetsuitleg.
HR 25-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:1019
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 april 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/02397
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Jeugdzorg
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1019, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:334, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑05‑2013
- Wetingang
Art. 1:258, 259, 263a, 265f BW; art. 807 Rv; art. 1 Wet op de jeugdzorg
Essentie
Aanwijzingsbevoegdheid Bureau Jeugdzorg; aanwijzingsbevoegdheid van art. 1:258 BW en van art. 1:263a BW; is art. 1:263a BW bij uitsluiting van toepassing ingeval de minderjarige zijn hoofdverblijf heeft bij een van zijn met het gezag belaste ouders en een contact beperkende maatregel wordt gegeven m.b.t. de andere ouder bij wie hij niet zijn hoofdverblijf heeft?; redelijke wetsuitleg.
Uit de totstandkomingsgeschiedenis van art. 1:258 BW, dat aan de stichting bedoeld in art. 1 onder f Wet op de jeugdzorg de bevoegdheid verschaft tot het geven van een aanwijzing aan een ouder om ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.