Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/650
Faillissementsfraude. Afwijzing van een verzoek tot nader onderzoek psychische gesteldheid van verdachte. Handelen ‘ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeisers’. Strafmaximum. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 21-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:776
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 mei 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
16/05768
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:776, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:529, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2019
Essentie
Faillissementsfraude. Afwijzing van een verzoek tot nader onderzoek psychische gesteldheid van verdachte. Handelen ‘ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeisers’. Strafmaximum. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
21 mei 2019
Strafkamer
nr. S 16/05768
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 21 november 2016, nummer 20/004731-10, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.F. Keulen:
1. De verdachte is bij arrest van 21 november 2016 door het gerechtshof ’s-Hertogenbosch niet-ontvankelijk verklaard ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.