Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 952/2013 vaststelling douanewetboek van de Unie
Artikel 278 Overgangsmaatregelen
Geldend
Geldend vanaf 15-05-2019
- Bronpublicatie:
17-04-2019, PbEU 2019, L 111 (uitgifte: 25-04-2019, regelingnummer: 2019/632)
- Inwerkingtreding
15-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2019, PbEU 2019, L 111 (uitgifte: 25-04-2019, regelingnummer: 2019/632)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
1.
Uiterlijk tot en met 31 december 2020 mogen andere middelen voor de uitwisseling en opslag van informatie dan de in artikel 6, lid 1, bedoelde elektronische gegevensverwerkingstechnieken op overgangsbasis worden gebruikt, indien de elektronische systemen die nodig zijn voor de toepassing van andere dan de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde bepalingen van het wetboek nog niet operationeel zijn.
2.
Uiterlijk tot en met 31 december 2022 mogen andere middelen dan de in artikel 6, lid 1, bedoelde elektronische gegevensverwerkingstechnieken op overgangsbasis worden gebruikt, indien de elektronische systemen die nodig zijn voor de toepassing van de volgende bepalingen van het wetboek nog niet operationeel zijn:
- a)
de bepalingen inzake de kennisgeving van de aankomst, inzake het aanbrengen en inzake aangiften van tijdelijke opslag als bedoeld in de artikelen 133, 139, 145 en 146, en
- b)
3.
Uiterlijk tot en met 31 december 2025 mogen andere middelen dan de in artikel 6, lid 1, bedoelde elektronische gegevensverwerkingstechnieken op overgangsbasis worden gebruikt, indien de elektronische systemen die nodig zijn voor de toepassing van de volgende bepalingen van het wetboek nog niet operationeel zijn:
- a)
de in artikel 89, lid 2, onder b), en lid 6, neergelegde bepalingen inzake zekerheidstellingen voor mogelijke of bestaande douaneschulden;
- b)
de in de artikelen 46, 47, 127, 128 en 129 neergelegde bepalingen inzake summiere aangiften bij binnenbrengen en risicoanalyse;
- c)
de in artikel 153, lid 2, neergelegde bepalingen inzake de douanestatus van goederen;
- d)
de in artikel 179 neergelegde bepalingen inzake gecentraliseerde vrijmaking;
- e)
de in artikel 210, onder a), artikel 215, lid 2, en de artikelen 226, 227, 233 en 234 neergelegde bepalingen inzake douanevervoer, en
- f)
de bepalingen inzake passieve veredeling, aangifte vóór vertrek, formaliteiten bij het uitgaan van goederen, de uitvoer van Uniegoederen, de wederuitvoer van niet-Uniegoederen, en summiere aangiften bij uitgaan voor goederen die het douanegebied van de Unie verlaten als bedoeld in de artikelen 258, 259, 263, 267, 269, 270, 271, 272, 274 en 275.