Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 952/2013 vaststelling douanewetboek van de Unie
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 30-10-2013
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2013, L 287).
- Bronpublicatie:
09-10-2013, PbEU 2013, L 269 (uitgifte: 10-10-2013, regelingnummer: 952/2013)
- Inwerkingtreding
30-10-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-2013, PbEU 2013, L 269 (uitgifte: 10-10-2013, regelingnummer: 952/2013)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(herschikking)
Verordening van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 33, 114 en 207,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (3) moet op verscheidene punten worden gewijzigd. Ter wille van de duidelijkheid dient tot herschikking van die verordening te worden overgegaan.
- (2)
Het verdient aanbeveling dat Verordening (EG) nr. 450/2008 in overeenstemming is met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en met name de artikelen 290 en 291 daarvan. Het verdient eveneens aanbeveling dat de verordening de ontwikkelingen van de Uniewetgeving in acht neemt, en dat een aantal van de bepalingen wordt aangepast teneinde hun toepassing te vergemakkelijken.
- (3)
Ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening moet aan de Commissie overeenkomstig artikel 290 VWEU de bevoegdheid worden overgedragen om gedelegeerde handelingen vast te stellen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.
- (4)
Met name moet de Commissie, bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde handelingen, ervoor zorgen dat met deskundigen van de lidstaten en met het bedrijfsleven tijdig en op een transparante manier wordt overlegd.
- (5)
Om éénvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend om: het formaat en de code van de voorschriften voor de gemeenschappelijke gegevens die bedoeld zijn voor de uitwisseling van informatie tussen de douaneautoriteiten onderling en tussen de marktdeelnemers en de douaneautoriteiten en voor de opslag van dergelijke informatie, alsmede de procedureregels voor de uitwisseling en opslag van informatie die met andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken verstrekt kan worden nader te bepalen; besluiten vast te stellen waarbij aan een of meer lidstaten wordt toegestaan om voor de uitwisseling en de opslag van gegevens andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken te gebruiken; de douaneautoriteit die verantwoordelijk is voor de registratie van marktdeelnemers en van andere personen, nader te bepalen; de technische regelingen voor de ontwikkeling, het onderhoud en het gebruik van elektronische systemen nader te bepalen; de procedureregels voor het verlenen en bewijzen van de bevoegdheid van een douanevertegenwoordiger om diensten te verlenen in andere lidstaat dan deze waar hij is gevestigd, nader te bepalen; de procedureregels inzake de indiening en de aanvaarding van een aanvraag voor een beschikking betreffende de toepassing van de douanewetgeving, en inzake de vaststelling van een beschikking en het toezicht erop, nader te bepalen; de procedureregels voor de nietigverklaring, intrekking en wijziging van een gunstige beschikking nader te bepalen; de procedureregels voor het gebruik van een beschikking aangaande bindende inlichtingen, wanneer de beschikking niet meer geldig of ingetrokken is, nader te bepalen; de procedureregels inzake de mededeling aan de douaneautoriteiten dat het vaststellen van zulke beschikkingen is geschorst en inzake de intrekking van zulke schorsing, nader te bepalen; besluiten waarbij lidstaten wordt verzocht beschikkingen aangaande bindende inlichtingen in te trekken, vast te stellen; de nadere bepalingen voor de toepassing van de criteria voor de toekenning van de status van geautoriseerde marktdeelnemer vast te stellen; maatregelen voor de uniforme toepassing van douanecontroles, zoals de uitwisseling van informatie betreffende risico's en risicoanalyse,
gemeenschappelijke risicocriteria en normen, controlemaatregelen en prioritaire controlegebieden, aan te nemen; de havens of luchthavens waar douanecontroles en formaliteiten moeten worden uitgevoerd op hand- en ruimbagage, te bepalen; de regels inzake valutaomrekening vast te leggen; maatregelen voor een uniform beheer van de tariefcontingenten en tariefplafonds en het beheer van het toezicht op het in het vrije verkeer brengen of het uitvoeren van goederen, aan te nemen; maatregelen voor de vaststelling van de tariefindeling van goederen, aan te nemen; de procedureregels voor het leveren en verifiëren van het bewijs van niet-preferentiële oorsprong, nader te bepalen; de procedureregels om de vaststelling in de Unie van de preferentiële oorsprong te vergemakkelijken, nader te bepalen; maatregelen ter bepaling van de oorsprong van specifieke goederen, aan te nemen; een tijdelijke afwijking van de regels betreffende de preferentiële oorsprong van goederen die in aanmerking komen voor preferentiële maatregelen die unilateraal door de Unie zijn vastgesteld, toe te staan; het vaststellen van de oorsprong van specifieke goederen; de procedureregels om de douanewaarden van goederen vast te stellen, nader te bepalen; de procedureregels voor het stellen van een zekerheid, het bepalen van het bedrag, het toezicht en de vrijgave daarvan en de intrekking en opzegging van de borgstelling, nader te bepalen; de procedureregels om het gebruik van de doorlopende zekerheid tijdelijk te verbieden, nader te bepalen; maatregelen in verband met de wederzijdse bijstand tussen de douaneautoriteiten wanneer een douaneschuld is ontstaan, aan te nemen; de procedureregels voor terugbetaling en kwijtschelding van een bedrag aan invoer- of uitvoerrechten en voor de informatie die aan de Commissie moet worden verstrekt, nader te bepalen; besluiten inzake terugbetaling of kwijtschelding van een bedrag aan invoer- of uitvoerrechten, te nemen; de procedureregels voor de indiening, wijziging en ongeldigmaking van de summiere aangifte bij binnenbrengen, nader te bepalen; de termijn waarbinnen een risicoanalyse moet worden gemaakt op basis van de summiere aangifte bij binnenbrengen, nader te bepalen; de procedureregels voor het bericht van aankomst van een schip of luchtvaartuig over zee of door de lucht en het vervoer van goederen naar de plaats van bestemming, nader te bepalen;
de procedureregels voor het aanbrengen van de goederen bij de douane, nader te bepalen; de procedureregels voor de indiening, wijziging en ongeldigmaking van de aangifte tot tijdelijke opslag en het overbrengen van goederen in tijdelijke opslag, nader te bepalen; de procedureregels voor het leveren en het verifiëren van het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen, nader te bepalen; de procedureregels om de bevoegde douanekantoren te bepalen, en om de regels voor het indienen van de douaneaangifte met andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken, nader te bepalen; de procedureregels voor het indienen van de normale douaneaangifte en het beschikbaar maken van de bewijsstukken, nader te bepalen; de procedureregels voor het indienen van een vereenvoudigde aangifte en een aanvullende aangifte, nader te bepalen; de procedureregels voor het indienen van een douaneaangifte voorafgaand aan het aanbrengen van goederen bij de douane, de aanvaarding van een douaneaangifte en de wijziging van de douaneaangifte na vrijgave van de goederen, nader te bepalen; maatregelen vast te stellen voor de vaststelling van de tariefonderverdeling van de goederen die aan het hoogste recht bij invoer of uitvoer zijn onderworpen, wanneer een zending bestaat uit goederen waarvan de tariefonderverdelingen verschillend zijn; de procedureregels voor de gecentraliseerde douaneafhandeling en voor de vrijstelling van de verplichting om goederen in die context aan te geven, nader te bepalen; de procedureregels voor de inschrijving in de administratie van de aangever, nader te bepalen; de procedureregels voor de douaneformaliteiten en controles die de door de vergunninghouder moeten worden uitgevoerd in de context van zelfevaluatie, nader te bepalen; maatregelen vast te stellen voor de verificatie van de douaneaangifte, het onderzoek en de monsterneming van goederen en de resultaten van de verificatie;
de procedureregels voor de verwijdering van goederen, voor het verstrekken van informatie waaruit blijkt dat de voorwaarden voor de vrijstelling van invoerrechten voor terugkerende goederen zijn vervuld en voor het verstrekken van het bewijs dat de voorwaarden voor de vrijstelling van invoerrechten voor producten van zeevisserij en andere uit zee gewonnen producten zijn vervuld, nader te bepalen; de procedureregels voor het onderzoek van de economische voorwaarden in de context van bijzondere regelingen; de procedureregels voor de zuivering van een bijzondere regeling; de procedureregels betreffende de overdracht van rechten en plichten en het overbrengen van goederen in het kader van bijzondere regelingen; de procedureregels voor het gebruik van equivalente goederen in het kader van bijzondere regelingen; de procedureregels voor de toepassing, in het douanegebied van de Unie, van de bepalingen van internationale instrumenten voor douanevervoer, nader te bepalen; de procedureregels voor het plaatsen van goederen onder een douanevervoersregeling van de Unie en de beëindiging van die regeling, voor de werking van de vereenvoudigingen van die regeling en voor het douanetoezicht op goederen die vervoerd worden over het grondgebied van een land of grondgebied buiten het douanegebied van de Unie, onder de regeling extern Uniedouanevervoer, nader te bepalen; de procedureregels voor het plaatsen van goederen onder de regeling douane-entrepots of vrije zones; de termijn waarbinnen een risicoanalyse moet worden verricht op basis van de aangifte vóór vertrek, vast te leggen;
de procedureregels voor het uitgaan van goederen, nader te bepalen; de procedureregels voor de indiening, wijziging en ongeldigmaking van de summiere aangifte bij uitgaan, nader te bepalen; de procedureregels voor de indiening, wijziging en ongeldigmaking van de aangifte bij wederuitvoer, nader te bepalen; een werkprogramma ter ondersteuning van de ontwikkeling van de bijbehorende elektronische systemen en tot vaststelling van de overgangstermijnen, vast te stellen; besluiten vast te stellen waarbij aan lidstaten wordt toegestaan vereenvoudigingen bij de toepassing van de douanewetgeving te beproeven, met name wanneer deze vereenvoudigingen verband houden met de informatietechnologie (IT). Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (4).
- (6)
Gezien de samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie die nodig is om de elektronische systemen voor de uitvoering van het douanewetboek van de Unie (het wetboek) te ontwikkelen, te onderhouden en te gebruiken, mag de Commissie het werkprogramma voor de ondersteuning van die ontwikkeling en voor de vaststelling van de overgangstermijnen niet aannemen, wanneer het comité dat de ontwerpuitvoeringshandeling onderzoekt geen advies heeft uitgebracht.
- (7)
De raadplegingsprocedure moet worden gebruikt voor de vaststelling van: besluiten op grond waarvan één of meer lidstaten andere middelen voor de uitwisseling en opslag van informatie dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken mogen gebruiken, aangezien die besluiten geen gevolgen hebben voor alle lidstaten; besluiten waarbij lidstaten wordt verzocht een beschikking aangaande bindende inlichtingen in te trekken, aangezien die besluiten alleen gevolgen hebben voor één lidstaat en ertoe strekken de naleving van de douanewetgeving te garanderen; besluiten inzake terugbetaling of kwijtschelding van een bedrag aan invoer- of uitvoerrechten, aangezien die besluiten rechtstreeks gevolgen hebben voor degene die om terugbetaling of kwijtschelding heeft verzocht.
- (8)
In naar behoren gemotiveerde gevallen, wanneer dwingende redenen van urgentie zulks vereisen, moet de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen die onmiddellijk van toepassing zijn met betrekking tot: maatregelen voor de uniforme toepassing van douanecontroles, zoals de uitwisseling van informatie betreffende risico's en risicoanalyse, gemeenschappelijke risicocriteria en -normen, controlemaatregelen en prioritaire controlegebieden; de vaststelling van de tariefindeling van goederen; de bepaling van de oorsprong van specifieke goederen; maatregelen om het gebruik van de doorlopende zekerheid tijdelijk te verbieden.
- (9)
De Unie is gegrondvest op een douane-unie. Het is zowel voor de marktdeelnemers als voor de douaneautoriteiten in de Unie wenselijk dat de bestaande douanewetgeving in een wetboek wordt samengebracht. Uitgaande van het idee van een interne markt, dient dat wetboek de algemene regels en procedures te bevatten die de toepassing waarborgen van de tariefmaatregelen en de andere maatregelen van gemeenschappelijk beleid die op het niveau van de Unie zijn vastgesteld in het kader van het goederenverkeer tussen de Unie en landen of gebieden buiten het douanegebied van de Unie, rekening houdend met de vereisten van dat gemeenschappelijk beleid. De douanewetgeving dient beter aan te sluiten bij de bepalingen inzake de inning van heffingen bij invoer, zonder dat het toepassingsgebied van de geldende fiscale bepalingen wordt gewijzigd.
- (10)
Om te zorgen voor een effectieve administratieve vereenvoudiging, dient met de standpunten van de marktdeelnemers rekening te worden gehouden bij de verdere modernisering van de douanewetgeving.
- (11)
Overeenkomstig de mededeling van de Commissie van 9 augustus 2004 met als titel ‘Bescherming van financiële belangen van de gemeenschappen — Fraudebestrijding — Actieplan 2004–2005’, is het passend het juridische kader voor de bescherming van de financiële belangen van de Unie aan te passen.
- (12)
Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (5) was gebaseerd op de integratie van de douaneregelingen die de lidstaten elk apart in de jaren tachtig toepasten. Die verordening is sinds haar inwerkingtreding herhaaldelijk en substantieel gewijzigd om bepaalde problemen, zoals de bescherming van de goede trouw of in verband met eisen op het gebied van de veiligheid, op te lossen. Die Verordening werd verder gewijzigd door Verordening (EG) nr. 648/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2005 (6) — en vervolgens werden die wijzigingen ingevoegd in Verordening (EG) nr. 450/2008 — als gevolg van de belangrijke juridische ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan, zowel op Unie- als op internationaal niveau, zoals het aflopen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de inwerkingtreding van de Toetredingsakten van 2003, 2005 en 2011 alsmede de wijziging van de Internationale Overeenkomst inzake de vereenvoudiging en harmonisatie van douaneprocedures (de herziene Overeenkomst van Kyoto), waartoe de toetreding van de Unie bij Besluit 2003/231/EG van de Raad van 17 maart 2003 (7) werd goedgekeurd.
- (13)
In het wetboek moet een rechtskader worden ingevoerd voor de toepassing van sommige bepalingen van de douanewetgeving op de handel in Uniegoederen tussen delen van het douanegebied waar de bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (8) of Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns (9) gelden en delen van dat gebied waar deze bepalingen niet gelden, of op de handel tussen delen waar die bepalingen niet gelden. Gezien het feit dat de betrokken goederen Uniegoederen zijn en gezien het fiscale karakter van de maatregelen in dat verkeer binnen de Unie, is het gerechtvaardigd passende vereenvoudigingen in de op die goederen toepasselijke douaneformaliteiten door te voeren.
- (14)
Teneinde rekening te houden met het bijzondere fiscale regime in bepaalde delen van het douanegebied van de Unie, moet aan de Commissie overeenkomstig artikel 290 VWEU de bevoegdheid worden overgedragen om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de douaneformaliteiten en -controles die moeten worden toegepast op het verkeer van Uniegoederen tussen die delen en de rest van het douanegebied van de Unie.
- (15)
De facilitering van de legale handel en de strijd tegen de fraude vereisen eenvoudige, snelle en gestandaardiseerde douaneregelingen en -procedures. Het is derhalve passend om, in overeenstemming met de mededeling van de Commissie van 24 juli 2003 met als titel ‘Eenvoudige en papierloze procedures voor de douanediensten en de marktdeelnemers’, de douanewetgeving te vereenvoudigen en het gebruik van moderne instrumenten en technologieën toe te staan, teneinde de uniforme toepassing van de douanewetgeving en modernisering van de douanecontrole verder te bevorderen, waardoor mede de basis wordt gelegd voor efficiënte en eenvoudige douaneprocedures. De douaneregelingen moeten worden samengevoegd of onderling worden afgestemd. Het aantal regelingen moet worden gereduceerd tot de regelingen die economisch verantwoord zijn, teneinde het concurrentievermogen van het bedrijfsleven te vergroten.
- (16)
De voltooiing van de interne markt, de afbouw van obstakels voor de internationale handel en investeringen, en de grotere noodzaak om de veiligheid aan de buitengrenzen van de Unie te garanderen, hebben de rol van de douaneautoriteiten ingrijpend gewijzigd, waardoor zij een leidende rol in de toeleveringsketen hebben gekregen en zij bij het toezicht op en het beheer van het internationale handelsverkeer als katalysator voor het concurrentievermogen van landen en bedrijven fungeren. De douanewetgeving moet derhalve beantwoorden aan de nieuwe economische realiteit en de nieuwe rol en missie van de douaneautoriteiten.
- (17)
Het gebruik van informatie- en communicatietechnologie, als bepaald in Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (10), is essentieel voor de facilitering van de handel, maar ook voor de effectiviteit van douanecontroles, en vermindert aldus de kosten voor het bedrijfsleven en de risico's voor de maatschappij. Daarom dient in het wetboek het juridische kader te worden vastgesteld waarin deze beschikking kan worden uitgevoerd, en meer bepaald het rechtsbeginsel dat alle douane- en handelstransacties elektronisch moeten worden afgewikkeld en dat de informatie- en communicatiesystemen voor de douaneafhandeling in iedere lidstaat dezelfde faciliteiten moeten bieden aan marktdeelnemers.
- (18)
Teneinde een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven te bewerkstelligen, moet aan de Commissie overeenkomstig artikel 290 VWEU de bevoegdheid worden overgedragen om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de gemeenschappelijke voorschriften voor de gegevens die bedoeld zijn voor de uitwisseling en opslag van informatie met behulp van elektronische gegevensverwerkingstechnieken, in welke gevallen voor die uitwisseling en opslag en de registratie van personen andere middelen mogen worden gebruikt. Andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken kunnen met name bij wijze van overgang worden gebruikt, wanneer de noodzakelijke elektronische systemen nog niet operationeel zijn, doch niet na 31 december 2020. Wat de gecentraliseerde douaneafhandeling betreft, zouden die overgangsmaatregelen, zolang de nodige elektronische systemen niet operationeel zijn, bestaan in de handhaving van de procedure die thans bekend is als de ‘enkele vergunning voor vereenvoudigde procedures’.
- (19)
Het gebruik van informatie- en communicatietechnologie moet gepaard gaan met een geharmoniseerde en gestandaardiseerde uitvoering van de douanecontroles door de lidstaten, teneinde een gelijkwaardig niveau van douanecontroles doorheen de Unie te verzekeren om concurrentieverstorende gedragingen op de verschillende plaatsen van binnenkomst in of uitgaan uit de Unie te voorkomen.
- (20)
Om de handel te vergemakkelijken en tevens te zorgen voor een passende controle van goederen die het douanegebied van de Unie binnenkomen of verlaten, is het wenselijk dat de door marktdeelnemers verstrekte informatie, met inachtneming van de voorschriften inzake gegevensbescherming, wordt gedeeld door de douaneautoriteiten onderling en met andere bij die controles betrokken instanties. Die controles moeten worden geharmoniseerd, zodat een marktdeelnemer deze informatie slechts eenmaal hoeft te verstrekken en dat de goederen door deze autoriteiten op hetzelfde tijdstip en op dezelfde plaats worden gecontroleerd.
- (21)
Met het oog op de facilitering van de handel dient eenieder het recht te behouden zich bij de douaneautoriteiten te laten vertegenwoordigen. Het dient echter niet langer mogelijk te zijn dat dit recht van vertegenwoordiging op grond van een wet van een van de lidstaten wordt voorbehouden. Voorts wordt een douanevertegenwoordiger die voldoet aan de criteria voor de toekenning van de status van geautoriseerde marktdeelnemer voor douanevereenvoudigingen, bevoegd zijn diensten in een andere lidstaat dan zijn lidstaat van vestiging te verstrekken. Volgens de algemene regel moet een douanevertegenwoordiger gevestigd zijn in het douanegebied van de Unie. Van die verplichting moet hij vrijgesteld zijn indien de douanevertegenwoordiger handelt voor rekening van personen die niet in het douanegebied van de Unie gevestigd hoeven te zijn, en in andere gerechtvaardigde gevallen.
- (22)
Dezelfde regels dienen te gelden voor alle beschikkingen met betrekking tot de toepassing van de douanewetgeving, daaronder begrepen bindende inlichtingen. Deze beschikkingen moeten geldig zijn in de hele Unie en moeten nietig kunnen worden verklaard, kunnen worden gewijzigd tenzij anderszins bepaald, of kunnen worden ingetrokken wanneer zij niet in overeenstemming zijn met de douanewetgeving of de uitlegging daarvan.
- (23)
Om douaneregelingen te stroomlijnen in een elektronische omgeving is het noodzakelijk dat douaneautoriteiten van verschillende lidstaten verantwoordelijkheden met elkaar delen. Er moet worden gegarandeerd dat in de gehele interne markt op een passend niveau effectieve, afschrikkende en evenredige sancties worden toegepast.
- (24)
Betrouwbare marktdeelnemers die de voorschriften in acht nemen, dienen de status van geautoriseerde marktdeelnemer inzake douanevereenvoudigingen of de status van geautoriseerde marktdeelnemer inzake veiligheid, of beide te genieten. Afhankelijk van het type status, moet een ‘geautoriseerde marktdeelnemer’ maximaal profijt kunnen trekken uit de brede toepassing van douanevereenvoudigingen of van vereenvoudigingen op het gebied van veiligheid. Zij zouden ook een gunstiger behandeling moeten krijgen, bijvoorbeeld in de vorm van minder fysieke en op documenten gebaseerde controles.
- (25)
Betrouwbare marktdeelnemers die de voorschriften in acht nemen dienen profijt te kunnen trekken uit internationale wederzijdse erkenning van de status van ‘geautoriseerde marktdeelnemer’.
- (26)
Teneinde een evenwicht te bereiken tussen enerzijds de noodzaak dat douaneautoriteiten de correcte toepassing van de douanewetgeving verzekeren en anderzijds het recht van marktdeelnemers op een billijke behandeling, dienen de douaneautoriteiten uitgebreide controlebevoegdheden en de marktdeelnemers een recht op beroep te verkrijgen.
- (27)
Overeenkomstig het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie dient eenieder niet alleen het recht te hebben om beroep in te stellen tegen een beschikking van de douaneautoriteiten, maar ook het recht te hebben om te worden gehoord voordat een voor hem ongunstige beschikking wordt getroffen. Inperkingen op dit recht kunnen echter gerechtvaardigd zijn, met name indien de aard of de omvang van het gevaar voor de veiligheid van de Unie en haar ingezetenen, de gezondheid van de mens, dieren of planten, het milieu of de consument daartoe noopt.
- (28)
Teneinde het risico voor de Unie, haar burgers en handelspartners zoveel mogelijk te beperken, dient de geharmoniseerde toepassing van de douanecontroles door de lidstaten te worden gebaseerd op een gemeenschappelijk kader voor risicobeheer en een elektronisch systeem voor de tenuitvoerlegging daarvan. De vaststelling van een kader voor risicobeheer dat gemeenschappelijk is voor alle lidstaten, mag de lidstaten niet verhinderen goederen steekproefsgewijs te controleren.
- (29)
Teneinde te garanderen dat personen in het kader van douaneformaliteiten en -controles op consequente en gelijke wijze worden behandeld, moet aan de Commissie overeenkomstig artikel 290 VWEU de bevoegdheid worden overgedragen om gedelegeerde handelingen vast te stellen om te bepalen in welke andere gevallen de douanevertegenwoordiger niet gevestigd hoeft te zijn in het douanegebied van de Unie en om regels vast te stellen met betrekking tot beschikkingen van de douaneautoriteiten, daaronder begrepen die betreffende bindende inlichtingen, geautoriseerde marktdeelnemer en vereenvoudigingen.
- (30)
Het is noodzakelijk de factoren vast te stellen die ten grondslag liggen aan de toepassing van invoer- of uitvoerrechten en andere maatregelen waaraan het goederenverkeer is onderworpen. Het is ook passend nadere bepalingen voor de afgifte van bewijzen van oorsprong in de Unie uit te vaardigen, indien het handelsverkeer dit vereist.
- (31)
Ter aanvulling van de factoren die ten grondslag liggen aan de toepassing van invoer- of uitvoerrechten en andere maatregelen, moet aan de Commissie overeenkomstig artikel 290 VWEU de bevoegdheid worden overgedragen om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de regels voor de oorsprong van goederen.
- (32)
Het is wenselijk alle gevallen waarin een douaneschuld bij invoer ontstaat, behalve wanneer deze ontstaat na de indiening van een douaneaangifte voor het vrije verkeer of voor tijdelijke invoer met gedeeltelijke vrijstelling, samen te brengen, teneinde problemen te voorkomen bij het vaststellen van de rechtsgrond op basis waarvan de douaneschuld is ontstaan. Hetzelfde geldt voor het ontstaan van een douaneschuld bij uitvoer.
- (33)
Het is passend de plaats te bepalen waar de douaneschuld is ontstaan en waar de invoer- of uitvoerrechten moeten worden ingevorderd.
- (34)
De voorschriften voor de bijzondere regelingen dienen te voorzien in de mogelijkheid dat voor alle categorieën van bijzondere regelingen gebruik kan worden gemaakt van één enkele doorlopende zekerheid die een reeks transacties dekt.
- (35)
In bepaalde omstandigheden moet een doorlopende zekerheid voor een verminderd bedrag, inclusief voor bestaande douaneschulden en andere heffingen, of een doorlopende zekerheid met een ontheffing van zekerheidsstelling, worden toegestaan. Een doorlopende zekerheid voor een verminderd bedrag voor bestaande douaneschulden en andere heffingen moet gelijk staan aan een zekerheid voor het gehele bedrag aan verschuldigde invoer- en uitvoerrechten, met name met het oog op de vrijgave van de betrokken goederen en de boeking.
- (36)
Voor een betere bescherming van de financiële belangen van de Unie en de lidstaten dient de zekerheid niet of onjuist aangegeven goederen die deel uitmaken van een zending of van een aangifte waarvoor zekerheid is gesteld, te dekken. Om dezelfde reden dient de borgstelling ook invoer- en uitvoerrechten te dekken die verschuldigd worden als gevolg van controles achteraf.
- (37)
Om de financiële belangen van de Unie en de lidstaten veilig te stellen en om fraude te bestrijden, is het wenselijk te voorzien in een regeling met een trapsgewijze toepassing van de doorlopende zekerheid. Wanneer er een verhoogd risico op fraude bestaat, moet het gebruik van de doorlopende zekerheid tijdelijk kunnen worden verboden, rekening houdend met de bijzondere situatie van de betrokken marktdeelnemers.
- (38)
Het is dienstig rekening te houden met de goede trouw van de betrokkene wanneer door niet-naleving van de douanewetgeving een douaneschuld is ontstaan, en de gevolgen van onzorgvuldigheid van de schuldenaar zoveel mogelijk te beperken.
- (39)
Ter bescherming van de financiële belangen van de Unie en van de lidstaten en ter aanvulling van de regels betreffende de douaneschuld en de zekerheidstelling moet aan de Commissie overeenkomstig artikel 290 VWEU de bevoegdheid worden overgedragen om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de plaats waar de douaneschuld is ontstaan, de berekening van het bedrag aan invoer- of uitvoerrechten, de zekerheid voor dat bedrag alsook de invordering, de terugbetaling, de kwijtschelding en het tenietgaan van de douaneschuld.
- (40)
Het is noodzakelijk vast te stellen op welke wijze de douanestatus van Uniegoederen wordt bepaald en door welke omstandigheden deze status verloren gaat, en te bepalen op welke grond deze status ongewijzigd blijft wanneer goederen het douanegebied van de Unie tijdelijk verlaten.
- (41)
Om een vrij verkeer van Uniegoederen binnen het douanegebied van de Unie en de douane-afhandeling van niet-Uniegoederen die in dat gebied worden binnengebracht, te garanderen, moet aan de Commissie overeenkomstig artikel 290 VWEU de bevoegdheid worden overgedragen om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de vaststelling van de douanestatus van goederen, het verlies van de douanestatus van Uniegoederen, het behoud van die status bij goederen die het douanegebied van de Unie tijdelijk verlaten, en de vrijstelling van rechten voor terugkerende goederen.
- (42)
Wanneer een marktdeelnemer van tevoren de gegevens heeft verstrekt die nodig zijn voor op risicoanalyse gebaseerde controles met betrekking tot het toelaten van de goederen, dient als regel te gelden dat de goederen nadien snel worden vrijgegeven. Fiscale en handelspolitieke controles dienen hoofdzakelijk te worden verricht door het douanekantoor dat bevoegd is voor de bedrijfsruimten van de marktdeelnemer.
- (43)
De regels voor de douaneaangiften en voor de plaatsing van goederen onder een douaneregeling moeten worden gemoderniseerd en gestroomlijnd; er moet met name worden voorgeschreven dat douaneaangiften in de regel elektronisch worden gedaan en er moet worden voorzien in slechts één soort vereenvoudigde aangifte en in de mogelijkheid een douaneaangifte in te dienen in de vorm van een inschrijving in de administratie van de aangever.
- (44)
Aangezien het volgens de herziene Overeenkomst van Kyoto de voorkeur verdient dat de douaneaangifte wordt ingediend, geregistreerd en gecontroleerd voorafgaand aan de aankomst van de goederen en voorts dat de plaats waar de aangifte wordt ingediend, wordt losgekoppeld van de plaats waar de goederen zich fysiek bevinden, dient de vrijmaking te worden gecentraliseerd op de plaats waar de marktdeelnemer is gevestigd.
- (45)
Het is passend op het niveau van de Unie regels vast te stellen met betrekking tot het vernietigen of anderszins verwijderen van goederen door de douaneautoriteiten, gezien dit aangelegenheden zijn waarvoor voorheen nationale wetgeving was vereist.
- (46)
Ter aanvulling van de regels betreffende de plaatsing van goederen onder een douaneregeling en ter waarborging van een gelijke behandeling van de betrokken personen moet aan de Commissie overeenkomstig artikel 290 VWEU de bevoegdheid worden overgedragen om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de regels betreffende de douaneaangifte en de vrijgave van goederen.
- (47)
Het is dienstig om te voorzien in gemeenschappelijke en eenvoudige regels voor de bijzondere regelingen, aangevuld met een klein aantal regels voor elke bijzondere regeling apart, zodat marktdeelnemers gemakkelijk de juiste regeling kunnen kiezen, fouten kunnen worden vermeden en het aantal navorderingen en terugbetalingen kan worden verminderd.
- (48)
Het verlenen van vergunningen voor meerdere bijzondere regelingen met één enkele zekerheid en met één enkel toezichthoudend douanekantoor moet worden vergemakkelijkt en er moeten eenvoudige regels komen voor het ontstaan van een douaneschuld in deze gevallen. Het basisbeginsel dient te zijn dat de waarde van goederen die onder een bijzondere regeling zijn geplaatst, dan wel de waarde van daaruit vervaardigde producten, moet worden vastgesteld op het tijdstip dat de douaneschuld ontstaat. In economisch verantwoorde gevallen dient de waarde van goederen evenwel ook te kunnen worden vastgesteld op het tijdstip dat zij onder een bijzondere regeling werden geplaatst. Dezelfde beginselen dienen te gelden voor de gebruikelijke behandelingen.
- (49)
Gezien de toegenomen veiligheidsgerelateerde maatregelen dient de plaatsing van goederen in een vrije zone, een douaneregeling te worden en dienen het binnenbrengen en de administratie van deze goederen aan douanecontroles te worden onderworpen.
- (50)
Aangezien het voornemen tot wederuitvoer niet langer een vereiste is, dient de regeling actieve veredeling — schorsingssysteem — te worden samengevoegd met de regeling behandeling onder douanetoezicht en dient de regeling actieve veredeling — terugbetalingssysteem — te worden geschrapt. Deze enkele regeling voor actieve veredeling dient ook te gelden voor vernietiging, behalve wanneer de vernietiging door de douane of onder haar toezicht geschiedt.
- (51)
Ter aanvulling van de regels betreffende bijzondere regelingen en ter waarborging van een gelijke behandeling van de betrokken personen moet aan de Commissie overeenkomstig artikel 290 VWEU de bevoegdheid worden overgedragen om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de regels voor goederen geplaatst onder bijzondere regelingen, overbrengingen, de gebruikelijke behandelingen en de equivalentie van die goederen en de zuivering van die regelingen.
- (52)
Veiligheidsgerelateerde maatregelen ten aanzien van Uniegoederen die het douanegebied van de Unie verlaten, moeten op overeenkomstige wijze gelden voor de wederuitvoer van niet-Uniegoederen. Dezelfde regels dienen te gelden voor alle soorten goederen, met indien nodig een mogelijkheid tot uitzondering, zoals voor goederen die uitsluitend door het douanegebied van de Unie worden doorgevoerd.
- (53)
Ter waarborging van het douanetoezicht op goederen die het douanegebied van de Unie binnenkomen of verlaten, en de toepassing van veiligheidsgerelateerde maatregelen moet aan de Commissie overeenkomstig artikel 290 VWEU de bevoegdheid worden overgedragen om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de regels betreffende de summiere aangiften bij binnenbrengen en de aangiften vóór vertrek.
- (54)
Teneinde de douaneafhandeling en het handelsverkeer verder te vergemakkelijken, met name met behulp van de meest recente instrumenten en technologie, moet de lidstaten die dat wensen onder bepaalde voorwaarden en op aanvraag, worden toegestaan gedurende een beperkte tijd vereenvoudigingen bij de toepassing van de douanewetgeving te testen. Die mogelijkheid mag de toepassing van de douanewetgeving echter niet belemmeren of nieuwe verplichtingen creëren voor de marktdeelnemers, die vrijwillig aan die test mogen deelnemen.
- (55)
Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, zoals neergelegd in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), is het voor het verwezenlijken van de kerndoelstellingen, dat de douane-unie doeltreffend kan functioneren en dat aan het gemeenschappelijke handelsbeleid uitvoering wordt gegeven, nodig en passend de algemene regels en procedures vast te stellen voor goederen die het douanegebied van de Unie binnenkomen of verlaten. Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, eerste alinea, VEU niet verder dan wat nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.
- (56)
Teneinde de douanewetgeving te vereenvoudigen en te rationaliseren, is een aantal bepalingen die in op zichzelf staande handelingen van de Unie zijn vastgelegd, om redenen van transparantie in het wetboek opgenomen. Verordening (EEG) nr. 3925/91 van de Raad van 19 december 1991 betreffende de afschaffing van de controles en de formaliteiten die van toepassing zijn op de handbagage en de ruimbagage van personen op intracommunautaire vluchten en op de bagage van personen bij intracommunautaire zeereizen (11), Verordening (EEG) nr. 2913/92, Verordening (EG) nr. 1207/2001 van de Raad van 11 juni 2001 betreffende procedures ter vergemakkelijking van de afgifte of de opstelling in de Gemeenschap van certificaten van oorsprong en de afgifte van bepaalde vergunningen ‘toegelaten exporteur’ in het kader van de bepalingen die voor het preferentiële handelsverkeer tussen de Europese Gemeenschap en sommige landen gelden (12) en Verordening (EG) nr. 450/2008 dienen derhalve te worden ingetrokken.
- (57)
De bepalingen van deze verordening betreffende de delegatie van bevoegdheid en de toekenning van uitvoeringsbevoegdheden en de bepalingen betreffende heffingen en kosten dienen van toepassing te zijn vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. De overige bepalingen zijn van toepassing vanaf 1 mei 2016.
- (58)
Deze verordening mag geen afbreuk doen aan bestaande en toekomstige voorschriften van de Unie inzake toegang tot documenten, die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 15, lid 3, VWEU. Zij mag evenmin afbreuk doen aan het nationaal recht inzake toegang tot documenten.
- (59)
De Commissie dient alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat de gedelegeerde en uitvoeringshandelingen bepaald in deze verordening ruim voor de toepassingsdatum van het wetboek in werking treden, zodat de lidstaten deze tijdig ten uitvoer kunnen leggen,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Onbenoemd Inhoudsopgave
Voetnoten
PB C 229 van 31.7.2012, blz. 68.
Standpunt van het Europees Parlement van 11 september 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 27 september 2013.
PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1.
PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.
PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.
PB L 117 van 4.5.2005, blz. 13.
PB L 86 van 3.4.2003, blz. 21.
PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.
PB L 9 van 14.1.2009, blz. 12.
PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21.
PB L 374 van 31.12.1991, blz. 4.
PB L 165 van 21.6.2001, blz. 1.