Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 952/2013 vaststelling douanewetboek van de Unie
Artikel 163 Bewijsstukken
Geldend
Geldend vanaf 12-12-2022
- Bronpublicatie:
23-11-2022, PbEU 2022, L 317 (uitgifte: 09-12-2022, regelingnummer: 2022/2399)
- Inwerkingtreding
12-12-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2022, PbEU 2022, L 317 (uitgifte: 09-12-2022, regelingnummer: 2022/2399)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
1.
De bewijsstukken die nodig zijn voor de toepassing van de bepalingen die gelden voor de douaneregeling waarvoor de goederen worden aangegeven, zijn in het bezit van de aangever en staan ter beschikking van de douaneautoriteiten op het tijdstip waarop de douaneaangifte wordt ingediend.
De bewijsstukken voor de in de bijlage bij Verordening (EU) 2022/2399 vermelde toepasselijke niet-douaneformaliteiten van de Unie worden geacht in het bezit te zijn van de aangever en ter beschikking van de douaneautoriteiten te staan op het tijdstip waarop de douaneaangifte wordt ingediend, op voorwaarde dat die autoriteiten in staat zijn de nodige gegevens te verkrijgen van de overeenkomstige niet-douanesystemen van de Unie via het douane- éénloketsysteem van de Europese Unie voor de uitwisseling van certificaten overeenkomstig artikel 10, lid 1, punten a) en c), van die verordening.
2.
De bewijsstukken worden aan de douaneautoriteiten verstrekt indien de Uniewetgeving dat vereist of indien dat met het oog op douanecontroles noodzakelijk is.
3.
In specifieke gevallen kunnen marktdeelnemers de bewijsstukken opstellen, op voorwaarde dat zij daarvoor toestemming van de douaneautoriteiten hebben gekregen.