Einde inhoudsopgave
Binnenvaartregeling
Artikel 7.18
Geldend
Geldend vanaf 23-02-2022
- Bronpublicatie:
15-02-2022, Stcrt. 2022, 5098 (uitgifte: 22-02-2022, regelingnummer: IENW/BSK-2022/31845)
- Inwerkingtreding
23-02-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-02-2022, Stcrt. 2022, 5098 (uitgifte: 22-02-2022, regelingnummer: IENW/BSK-2022/31845)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Om voor de afgifte van een kwalificatiecertificaat schipper in aanmerking te komen:
- a.
beschikt de aanvrager van ten minste 18 jaar oud over de relevante verklaring, bedoeld in artikel 7.17, toont deze daarnaast aan dat een vaartijd van ten minste 540 dagen is opgebouwd en is deze houder van een basiscertificaat marifonie, het beperkte certificaat maritieme radiocommunicatie of het algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie zoals bedoeld in de Examenregeling frequentiegebruik 2008;
- b.
heeft de aanvrager van ten minste 18 jaar oud, een opleidingsprogramma van ten minste drie jaar afgerond dat gebaseerd is op de competentienormen en onderwerpen zoals genoemd in onderdeel 2 van bijlage II van Richtlijn 2017/2397, heeft deze een vaartijd van ten minste 360 dagen opgebouwd als onderdeel van het opleidingsprogramma of na afloop daarvan en is deze houder van een basiscertificaat marifonie, het beperkte certificaat maritieme radiocommunicatie of het algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie zoals bedoeld in de Examenregeling frequentiegebruik 2008;
- c.
heeft de aanvrager een opleidingsprogramma van ten minste anderhalf jaar afgerond dat gebaseerd is op de competentienormen en onderwerpen zoals genoemd in onderdeel 2 van bijlage II van Richtlijn 2017/2397, heeft deze een vaartijd van ten minste 180 dagen opgebouwd als onderdeel van het opleidingsprogramma en ten minste 180 dagen na afloop daarvan, is houder van een basiscertificaat marifonie, het beperkte certificaat maritieme radiocommunicatie of het algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie zoals bedoeld in de Examenregeling frequentiegebruik 2008 en heeft deze voorafgaand aan de inschrijving voor het opleidingsprogramma vijf jaar werkervaring opgebouwd, 500 dagen werkervaring als dekbemanningslid op een zeeschip opgebouwd of een beroepsopleiding voltooid van ten minste drie jaar.
2.
Als vaartijd, bedoeld in het eerste lid, komt in aanmerking de ervaring die de aanvrager na het bereiken van de 16-jarige leeftijd heeft opgedaan als lid van:
- a.
de dekbemanning van een binnenschip, bestemd voor de bedrijfsmatige vaart; of
- b.
de dekbemanning van een binnenschip met een lengte van 15 meter of meer, bestemd voor de niet-bedrijfsmatige vaart, op de binnenwateren van de Europese Unie of op binnenwateren die de buitengrens van de Unie overschrijden.
3.
Als vaartijd als bedoeld in het eerste lid komt voor degene die dienst doet of heeft gedaan als registerloods tevens in aanmerking het in een periode van 48 maanden op binnenwateren ten minste gedurende 64 dagreizen besturen van een binnenschip, bestemd voor de bedrijfsmatige vaart.
4.
De beoordeling van de vaartijd geschiedt door de minister.
5.
De volgende vaarbewijzen zijn gelijkwaardige documenten zoals bedoeld in artikel 21 van het besluit:
- a.
het beperkt groot vaarbewijs A en het groot vaarbewijs A voor de afgifte van het kwalificatiecertificaat schipper met de specifieke vergunning voor het varen op wateren van maritieme aard;
- b.
het beperkt groot vaarbewijs B en het groot vaarbewijs B voor de afgifte van het kwalificatiecertificaat schipper.
6.
De opleidingsprogramma’s die gebaseerd zijn op de competentienormen en onderwerpen zoals genoemd in onderdeel 2 van bijlage II van Richtlijn 2017/2397 zijn de opleidingsprogramma’s die resulteren in het diploma kapitein binnenvaart, schipper binnenvaart of bootman, zoals opgenomen in het Centraal Register Beroepsopleidingen onder de respectieve nummers 25612, 25611 en 25635.
7.
Een afgegeven kwalificatiecertificaat schipper verloopt elke 13 jaar na afgifte of wanneer de houder de 60 jarige leeftijd heeft bereikt en elke vijf jaar daarna of wanneer de houder de 70 jarige leeftijd heeft bereikt en elke twee jaar daarna. Het kwalificatiecertificaat kan door de houder worden verlengd door het opnieuw aantonen van de medische geschiktheid met een geneeskundige verklaring van niet ouder dan drie maanden.