4.3.4 Bestuursrechtelijke versus privaatrechtelijke dwangsom

Het voorgaande biedt aanvaardbare argumenten voor het standpunt dat de privaatrechtelijke dwangsom evenmin een strafrechtelijk karakter moet worden toegedicht. Evenals de bestuurlijke dwangsom wordt ook de privaatrechtelijke dwangsom vastgesteld met het oog op de optimale preventieve werking in het concrete geval. De executie van de privaatrechtelijke dwangsom betreft voorts evenzo slechts de - voor het behoud van de geloofwaardigheid van het dwangmiddel onmisbare - incasso van een geldvordering die als gevolg van het gedrag van de veroordeelde is ontstaan. Kort gezegd deelt de privaatrechtelijke dwangsom met de bestuursrechtelijke dwangsom die elementen welke tegen het aannemen van een strafrechtelijk karakter pleiten, terwijl de privaatrechtelijke dwangsom enkele wezenlijke elementen die daarvóór pleiten mist: de privaatrechtelijke dwangsom komt niet toe aan de Staat en wordt niet van overheidswege ingevorderd.1 Het algemeen oordeel in de doctrine dat de bestuursrechtelijke last onder dwangsom geen punitief karakter heeft, vormt dan ook een aanknopingspunt om ten aanzien van de privaatrechtelijke dwangsom hetzelfde aan te nemen.