Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/409
Omgang tussen bekende spermadonor en kind; informatie over afstamming (statusvoorlichting), recht op private life, art. 8 EVRM en art. 7 en 8 IVRK; tijdstip statusvoorlichting te bepalen door met gezag belaste ouder of prevaleert oordeel rechter?; belang van kind.
HR 18-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:452
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 maart 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/01858
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:452, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2287, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑04‑2015
- Wetingang
Art. 1:247, 1:377a BW; art. 8 EVRM; art. 7, 8 IVRK
Essentie
Omgang tussen bekende spermadonor en kind; informatie over afstamming (statusvoorlichting), recht op private life, art. 8 EVRM en art. 7 en 8 IVRK; tijdstip statusvoorlichting te bepalen door met gezag belaste ouder of prevaleert oordeel rechter?; belang van kind.
Ingevolge art. 8 EVRM en art. 1:377a lid 1 BW hebben het kind en degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat recht op omgang met elkaar. Bij gebreke van zodanige betrekking vloeit hetzelfde voort uit het eveneens in art. 8 EVRM gewaarborgde recht op private life. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.