Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/415
Ontoereikend bewijs medeplegen aanwezig hebben hennep en hasjiesj; toch geen cassatie.
HR 15-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:399
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 maart 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schende, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/03679
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:399, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:92, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑01‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑04‑2015
- Wetingang
Essentie
De bewijsmiddelen houden niet in dat de verdachte in drie panden in Utrecht tezamen en in vereniging met een ander de bewezenverklaarde hoeveelheden hasjiesj en hennep aanwezig heeft gehad (totaal respectievelijk ruim 9 kg en ruim 20 kg). Maar dit hoeft niet tot cassatie te leiden, nu de aard en ernst van het feit bij weglating van die hoeveelheden niet wordt aangetast — en ook de kwalificatie ongewijzigd blijft —, gezien de omvang van de overige bewezenverklaarde hoeveelheden hasjiesj en hennep (totaal respectievelijk ruim 105 kg en ruim 8 kg in drie andere panden).
Partij(en)
Arrest op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.