RvdW 2017/447
Onteigening. Eliminatieregel, art. 40c OW; bouwrijp maken grond door overheid; waardering onteigende als bouwrijpe of ruwe bouwgrond?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 maart 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/05833
- Conclusie
wnd. A-G mr. J.C. van Oven
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Onteigening
Onteigeningsrecht / Schadeloosstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:544, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:16, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑12‑2015
- Wetingang
Art. 40c Ow
Essentie
Onteigening. Eliminatieregel, art. 40c OW; bouwrijp maken grond door overheid; waardering onteigende als bouwrijpe of ruwe bouwgrond?
Het bouwrijp maken van de grond is door de overheid geschied en is daarom aan te merken als een ‘overheidswerk’ dat in verband staat met (het plan voor) het werk waarvoor wordt onteigend (art. 40c aanhef en onder 2o en 3o Ow). Indien de onteigenende overheid een complex van gronden onteigent en een werk tot stand heeft gebracht als hiervoor bedoeld, dient bij de bepaling van de schadeloosstelling geen rekening te worden gehouden met de voordelen of ...