Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/475
Falende bewijsklacht voorwaardelijk opzet zware mishandeling de dood ten gevolge hebbend door schudden baby. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 04-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:594
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 april 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/04545
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:594, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:218, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2017
Essentie
Falende bewijsklacht voorwaardelijk opzet zware mishandeling de dood ten gevolge hebbend door schudden baby. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, van 3 juni 2016, nummer 21/007512-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. G. Spong, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J.M. Machielse:
1.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, heeft verdachte op 3 juni 2016 voor: Zware mishandeling, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar. Voorts heeft het hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.