Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/448
Verzoek vaststelling Nederlanderschap. Erkenning kind op voet art. 4 lid 4 RWN; eis overlegging DNA-bewijs binnen één jaar na erkenning in strijd met art. 8 jo. 14 EVRM?; onredelijke termijn? Strijd met art. 6 lid 1 Europees Verdrag inzake nationaliteit (EVN)?; aanbevelingen Comité van Ministers Raad van Europa niet bindend.
HR 31-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:570
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 maart 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/02732
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:570, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:8, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑05‑2016
- Wetingang
Essentie
Verzoek vaststelling Nederlanderschap. Erkenning kind op voet art. 4 lid 4 RWN; eis overlegging DNA-bewijs binnen één jaar na erkenning in strijd met art. 8 jo. 14 EVRM?; onredelijke termijn? Strijd met art. 6 lid 1 Europees Verdrag inzake nationaliteit (EVN)?; aanbevelingen Comité van Ministers Raad van Europa niet bindend.
De eis van art. 4 lid 4 RWN dat een minderjarige vreemdeling die niet vóór de leeftijd van zeven jaar door een Nederlander is erkend, door erkenning door een Nederlander slechts Nederlander wordt indien het biologische ouderschap van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.