Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/785
WOTS-zaak: strafoplegging is ontoereikend gemotiveerd.
HR 28-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1326
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 juni 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/02164
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1326, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:538, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑01‑2016
- Wetingang
Art. 31 WOTS
Essentie
Ingevolge art. 31 lid 1 WOTS moet de exequaturrechter de in het buitenland opgelegde sanctie in beginsel vervangen door een straf of maatregel die naar Nederlandse maatstaven en opvattingen geacht wordt te beantwoorden aan de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd en de persoon van de dader, waarbij de rechter tevens rekening dient te houden met internationale gevoeligheden. In voorkomend geval moet hij onder de bijzondere redenen die de straf hebben bepaald, vermelden waarom hij tot een lagere strafoplegging is gekomen. Gelet op hetgeen de raadsvrouw heeft aangevoerd omtrent de persoonlijke omstandigheden van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.