Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/792
Verblijfsverbod dealers. De opvatting dat een bevel als bedoeld in 2.9A lid 1 APV Amsterdam 2008 slechts kan worden gegeven indien sprake is van meer dan één antecedent op het gebied van het verkopen of te koop aanbieden van drugs of daarop gelijkende waar, is onjuist.
HR 28-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1327
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 juni 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/01375
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1327, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:539, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2016
Essentie
Verblijfsverbod dealers. De opvatting dat een bevel als bedoeld in art. 2.9A lid 1 APV Amsterdam 2008 slechts kan worden gegeven indien sprake is van meer dan één antecedent op het gebied van het verkopen of te koop aanbieden van drugs of daarop gelijkende waar, is onjuist.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 5 maart 2015, nummer 23/002591-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. M.A.C. de Bruijn, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
De verdachte is bij arrest van 5 maart ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.