Dit adres wordt genoemd in het proces-verbaal van de terechtzitting waarin het vonnis waarvan beroep (d.d. 8 april 2011) is aangetekend. Hierna zal blijken dat uit de ID-staten SKDB betreffende verzoeker blijkt dat vanaf 17 augustus 2011 geen adres van verzoeker in Nederland bekend is.
HR, 18-03-2014, nr. 13/01290
ECLI:NL:HR:2014:655
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18-03-2014
- Zaaknummer
13/01290
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2014:655, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑03‑2014; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:168, Gevolgd
ECLI:NL:PHR:2014:168, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2014
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2014:655, Gevolgd
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2014-0140
Uitspraak 18‑03‑2014
Inhoudsindicatie
Betekening appeldagvaarding. Van verdachte was t.t.v. het uitbrengen van de dagvaarding in h.b. niet een feitelijke woon-of verblijfplaats in Nederland maar wel een adres in het buitenland bekend. Noch de akte van uitreiking, noch enig ander gedingstuk houdt in dat de dagvaarding in h.b. naar het adres van verdachte in het buitenland is verzonden. De dagvaarding is niet betekend overeenkomstig art. 588.2 Sv.
Partij(en)
18 maart 2014
Strafkamer
nr. S 13/01290
DAZ/CB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 4 juni 2012, nummer 22/004395-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1951.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. S.V. Jansen, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot nietigverklaring van de dagvaarding in hoger beroep.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel bevat in de kern de klacht dat het Hof de dagvaarding in hoger beroep ten onrechte niet heeft nietig verklaard nu niet blijkt dat die dagvaarding overeenkomstig art. 588, tweede lid, Sv naar verdachtes adres in Zwitserland is verzonden.
2.2.
De bestreden uitspraak is bij verstek gewezen. Daarin heeft het Hof de verdachte met toepassing van art. 416, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.
2.3.
Bij de op de voet van art. 434, eerste lid, Sv aan de Hoge Raad gezonden stukken bevinden zich:
( i) een akte rechtsmiddel hoger beroep, inhoudende:
"Rechtbank Rotterdam
Akte rechtsmiddel
Parketnr 10/732744-10
Appelnr 11/1449
Op 15 september 2011 kwam ter griffie van deze rechtbank
[betrokkene]
domicilie kiezende te Rotterdam
die - daartoe gemachtigd blijkens de aan deze akte gehechte volmacht - verklaarde namens
naam [verdachte]
voornamen [...]
geboren [geboortedatum] 1951 te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats]
adres [a-straat 1]
Beroep in te stellen tegen
het eindvonnis d.d. 08 april 2011
in de zaak met bovenvermeld parketnummer gewezen door de Politierechter in deze rechtbank."
(ii) een faxbericht van de verdachte, inhoudende:
"Rechtbank Rotterdam
Sector strafrecht
Wilhelminaplein 100-125
3072 AK Rotterdam
Betreft: bezwaarschrift vonnis parket 03812/2011 - 10/73274410
Rotterdam, 15 september 2011 tijd 16:00 uur
Geachte mevrouw, heer,
Ik [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1951 te [geboorteplaats], wonende te [b-straat 1], [plaats], maak bezwaar tegen de uitspraak pakketnummer 03812/2011 - 10/732744-10
Hoogachtend
[handtekening]
[verdachte]
[b-straat 1]
[plaats]
Telf.nr. 0041-[0001]"
(iii) een akte uitreiking, gehecht aan het dubbel van de dagvaarding van de verdachte om te verschijnen ter terechtzitting in hoger beroep van 4 juni 2012, welke inhoudt dat de dagvaarding op 19 april 2012 ter griffie van de Rechtbank Den Haag is uitgereikt aan de (waarnemend) griffier, omdat "van de geadresseerde geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend is".
(iv) de aan het dubbel van die dagvaarding gehechte verwerkingsoverzichten GBA-gegevens van 18 en 19 april 2012, die inhouden dat de verdachte niet is gedetineerd en dat van de verdachte geen adres in Nederland bekend is.
( v) een akte uitreiking, gehecht aan het dubbel van de dagvaarding van de verdachte om te verschijnen ter terechtzitting in hoger beroep van 4 juni 2012, welke inhoudt dat de dagvaarding op 23 april 2012 niet is uitgereikt op het adres [a-straat 1], [...] te [woonplaats], omdat volgens de mededeling van degene die zich op voornoemde adres bevond, de geadresseerde daar niet woont noch verblijft. De dagvaarding is vervolgens op 25 april 2012 ter griffie van de Rechtbank Den Haag uitgereikt aan de (waarnemend) griffier, omdat "van de geadresseerde geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend is". Voorts is een afschrift van de dagvaarding op laatstgenoemde datum verzonden aan voornoemd adres te [woonplaats].
(vi) een aan het dubbel van die dagvaarding gehecht verwerkingsoverzicht GBA-gegevens van 25 april 2012, dat inhoudt dat de verdachte niet is gedetineerd en dat van de verdachte geen adres in Nederland bekend is.
2.4.
Indien op grond van het daartoe ingestelde onderzoek als vaststaand kan worden aangenomen dat de verdachte niet is ingeschreven in een GBA en niet in Nederland is gedetineerd, en van hem ook niet een feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland maar wel een adres in het buitenland bekend is, geschiedt de betekening van de dagvaarding door toezending van de dagvaarding door het openbaar ministerie hetzij rechtstreeks aan het laatstbekende adres van de verdachte in het buitenland, hetzij door tussenkomst van de bevoegde buitenlandse autoriteit of instantie (art. 588, tweede lid, Sv). Door die toezending is de dagvaarding rechtsgeldig betekend (vgl. HR 12 maart 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5163,NJ 2002/317).
2.5.
Uit de onder 2.3 weergegeven stukken valt af te leiden dat van de verdachte ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding in hoger beroep niet een feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland maar wel een adres in het buitenland bekend was. Noch de hierboven genoemde akte uitreiking, noch enig ander gedingstuk houdt in dat de dagvaarding in hoger beroep naar voornoemd adres van de verdachte in het buitenland is verzonden. Daaruit volgt dat de dagvaarding in hoger beroep niet is betekend overeenkomstig art. 588, tweede lid, Sv. Het in de bestreden uitspraak besloten liggende oordeel dat de dagvaarding in hoger beroep geldig is betekend, is derhalve onjuist.
2.6.
Het middel is dus terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 maart 2014.
Conclusie 21‑01‑2014
Inhoudsindicatie
Betekening appeldagvaarding. Van verdachte was t.t.v. het uitbrengen van de dagvaarding in h.b. niet een feitelijke woon-of verblijfplaats in Nederland maar wel een adres in het buitenland bekend. Noch de akte van uitreiking, noch enig ander gedingstuk houdt in dat de dagvaarding in h.b. naar het adres van verdachte in het buitenland is verzonden. De dagvaarding is niet betekend overeenkomstig art. 588.2 Sv.
Nr. 13/01290 Zitting: 21 januari 2014 | Mr. Hofstee Conclusie inzake: [verdachte] |
1. Het Gerechtshof te ’s-Gravenhage heeft bij verstek gewezen arrest van 4 juni 2012 verzoeker op grond van het bepaalde in art. 416, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep gericht tegen het bij verstek gewezen vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Rotterdam van 8 april 2011, waarbij verzoeker wegens “Mishandeling” is veroordeeld tot een geldboete van € 360,-, subsidiair 7 dagen hechtenis, en waarbij de benadeelde partij niet-ontvankelijk is verklaard in haar vordering.
2. Namens verzoeker heeft mr. S.V. Jansen, advocaat te ‘s-Gravenhage, één middel van cassatie voorgesteld.
3. Het middel komt op tegen het in de bestreden uitspraak besloten liggende oordeel van het Hof dat de dagvaarding in hoger beroep rechtsgeldig is betekend.
4. Bij de op de voet van art. 434, eerste lid, Sv aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevinden zich de volgende stukken:
- een akte rechtsmiddel hoger beroep, inhoudende:
“Rechtbank Rotterdam (...)
Akte rechtsmiddel
Parketnr 10/732744-10
Appelnr 11/1449
Op 15 september 2011 kwam ter griffie van deze rechtbank
[betrokkene]
domicilie kiezende te Rotterdam
die – daartoe gemachtigd blijkens de aan deze akte gehechte volmacht –
verklaarde namens
naam [verdachte]
voornamen [...]
geboren [geboortedatum] 1951 te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats]
adres [a-straat 1]1.
Beroep in te stellen tegen het eindvonnis d.d. 08 april 2011
in de zaak met bovenvermeld parketnummer gewezen door de Politierechter in deze rechtbank.
Aan de comparant is meegedeeld, dat de verdachte bevoegd is toevoeging van een raadsman te verzoeken.
Waarvan akte.
de comparant, de griffier,
[handtekening] [handtekening]
(...)”
- een (niet aan voornoemde akte gehechte) faxbrief van verzoeker, tijdig2.ingekomen bij de Rechtbank Rotterdam Sector Strafrecht op 15 september 20113.om 16:09 uur, inhoudende:
“Rechtbank Rotterdam
Sector strafrecht
Wilhelminaplein 100-125
3072 AK Rotterdam
Betreft: bezwaarschrift vonnis parket 03812/2011 – 10/73274410
Rotterdam, 15 september 2011 tijd 16:00 uur
Geachte mevrouw, heer,
Ik [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1951 te [geboorteplaats], wonende te [b-straat 1], [...]4.[plaats], maak bezwaar tegen de uitspraak pakketnummer 03812/2011 – 10/732744-10
Hoogachtend
[handtekening]
[verdachte]
[b-straat 1]
[plaats]
Telf.nr. 0041-[0001]”
- een akte uitreiking, gehecht aan de dagvaarding van verdachte om te verschijnen ter terechtzitting in hoger beroep van 4 juni 2012, welke inhoudt dat de dagvaarding op 19 april 2012 ter griffie van de rechtbank te Den Haag is uitgereikt aan de griffier, omdat “van de geadresseerde geen woon-of verblijfplaats in Nederland bekend is”;
- de aan genoemde dagvaarding gehechte ID-staten SKDB van 18 en 19 april 2012, houden in dat verzoeker niet is gedetineerd en dat van verzoeker (vanaf 17 augustus 2011) geen adres in Nederland bekend is;- een akte uitreiking, gehecht aan de dagvaarding van verdachte om te verschijnen ter terechtzitting in hoger beroep van 4 juni 2012, welke inhoudt dat de dagvaarding op 23 april 2012 niet is kunnen worden uitgereikt op het adres [a-straat 1], [...] [woonplaats], omdat volgens mededeling van degene die zich op genoemd adres bevond verzoeker daar niet woont, noch verblijft. De dagvaarding is vervolgens op 25 april 2012 ter griffie van de rechtbank te Den Haag uitgereikt aan de griffier, omdat “van de geadresseerde geen woon-of verblijfplaats in Nederland bekend is”. Voorts is op genoemde datum een afschrift van de dagvaarding gezonden aan eerdergenoemd adres;
- een aan genoemde dagvaarding gehechte ID-staat SKDB van 25 april 2012, inhoudend dat verzoeker niet is gedetineerd en dat van verzoeker (vanaf 17 augustus 2011) geen adres in Nederland bekend is.
5.
Vooropgesteld moet worden dat indien op grond van het daartoe ingestelde onderzoek als vaststaand kan worden aangenomen dat verzoeker niet is ingeschreven in een GBA en niet in Nederland is gedetineerd, en van hem ook niet een feitelijke woon-of verblijfplaats in Nederland maar wel een adres in het buitenland bekend is, de betekening van de dagvaarding geschiedt door toezending van de dagvaarding door het Openbaar Ministerie hetzij rechtstreeks aan het laatstbekende adres van verzoeker in het buitenland, hetzij door tussenkomst van de bevoegde buitenlandse autoriteit of instantie (art. 588, tweede lid, Sv). Door een dergelijke toezending is de dagvaarding rechtsgeldig betekend.5.
6.
Uit voornoemde stukken, in onderlinge samenhang bezien, volgt dat van verzoeker (ten tijde van het instellen van hoger beroep) een adres in het buitenland bekend was ([b-straat 1] (ik begrijp, zie ook voetnoot 4: 8404, EH) [plaats]).6.Nu noch uit de akten van uitreiking, noch uit enig ander gedingstuk, blijkt dat de dagvaarding in hoger beroep naar dit bekende adres van verzoeker in het buitenland is verzonden, is de dagvaarding niet betekend overeenkomstig art. 588, tweede lid, Sv. Het in de bestreden uitspraak besloten liggende oordeel van het Hof dat de dagvaarding in hoger beroep geldig is betekend, is derhalve onjuist.7.
7.
Het middel slaagt.
8.
Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen heb ik niet aangetroffen.
9.
Deze conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en tot nietigverklaring van de dagvaarding in hoger beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 21‑01‑2014
Het beroep is te laat ingesteld indien de fax na sluitingstijd van de griffie inkomt (vgl. HR 26 september 2000, ECLI:NL:HR:2000:NJ 2000/676). Art. 2 van het Bestuursreglement rechtbank Rotterdam (Stcrt. 2013, nr. 2816) bepaalt dat de griffies van de Rechtbank Rotterdam zijn geopend van maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 17.00 uur. Van 1 april 2010 tot 1 februari 2013 was de Rechtbank iedere werkdag geopend van 08.30 uur tot 17.30 uur (Stcrt. 2002, nr. 229, p. 31 en Stcrt. 2010, nr. 3918). 15 september 2011 viel op een donderdag.
Uit een zich bij de stukken bevindende COMPAS-uitdraai Betekening executie d.d. 26 juli 2013 blijkt dat de mededeling uitspraak (parketnr. 732744-10) op 1 september 2011 in persoon aan verzoeker is betekend.
Gelet op google maps zal bedoeld zijn: [plaats] Zwitserland, EH.
HR 12 maart 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD5163:NJ 2002/317, rov. 3.19.
Overigens was het Hof, anders dan in de toelichting op het middel wordt betoogd, niet gehouden tot het doen van navraag bij de gemeente, nu verzoeker blijkens de ID-staat SKDB is vertrokken naar “Land onbekend”. Zie HR 8 november 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU1649, NJ 2006/160.
Vgl. bijv. HR 20 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BY3496.