NJ 2006, 160
Navraag bij gemeente is zinloos, indien uit GBA-overzicht blijkt dat verdachte is vertrokken ‘naar land onbekend’.
HR 08-11-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU1649
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 november 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02802/04
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AU1649
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AU1649, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑11‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AU1649, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑11‑2005
- Wetingang
Sv art. 588 lid 1 onder b sub 3
Essentie
Geldigheid dagvaarding. De dagvaarding is uitgereikt aan de griffier, omdat ‘van de geadresseerde geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend is’. Een aan de akte van uitreiking gehecht GBA-overzicht vermeldt dat de verdachte niet is gedetineerd en is ‘vertrokken naar land onbekend’. In een dergelijk geval moet er van uit worden gegaan dat door de verdachte geen opgave is gedaan van adresgegevens in het buitenland, zodat het doen van navraag bij de gemeente naar die gegevens zinloos is.
Samenvatting
In NJ 2002, 317 heeft de HR geoordeeld (rov. 3.20) dat, wanneer volgens opgave van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.