Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/539
Onjuiste betekening appeldagvaarding.
HR 18-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:655
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 maart 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
13/01290
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:655, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:168, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2014
Essentie
Onjuiste betekening appeldagvaarding.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 4 juni 2012, nummer 22/004395-11, in de strafzaak tegen: [verdachte].
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
Het Gerechtshof te ’s-Gravenhage heeft bij verstek gewezen arrest van 4 juni 2012 verzoeker op grond van het bepaalde in art. 416, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep gericht tegen het bij verstek gewezen vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Rotterdam van 8 april 2011, waarbij verzoeker wegens ‘Mishandeling’ is veroordeeld tot een geldboete van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.