Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/522
Vordering tot tussenkomst; vereisten toewijsbaarheid; vereiste voldoende belang; stelplicht. Vordering tot voeging; vereisten toewijsbaarheid; vereiste voldoende belang; eisen goede procesorde; onredelijke vertraging; termijn art. 218 Rv.
HR 28-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:768 (Fiar c.s./Thuiskopie)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 maart 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. de Groot
- Zaaknummer
13/02422
- Conclusie
wnd. A-G mr. A. Hammerstein
- Roepnaam
Fiar c.s./Thuiskopie
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:768, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:7, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑05‑2013
- Wetingang
Essentie
Vordering tot tussenkomst; vereisten toewijsbaarheid; vereiste voldoende belang; stelplicht. Vordering tot voeging; vereisten toewijsbaarheid; vereiste voldoende belang; eisen goede procesorde; onredelijke vertraging; termijn art. 218 Rv.
Een partij kan op de voet van art. 217 Rv in een aanhangig geding vorderen te mogen tussenkomen indien zij een eigen vordering wenst in te stellen tegen (een van) de procederende partijen en voldoende belang heeft zich met dat doel te mengen in het aanhangige geding in verband met de nadelige gevolgen die zij van de uitspraak in de hoofdzaak kan ondervinden. Dat belang kan erin bestaan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.