Einde inhoudsopgave
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/7.3.2
7.3.2 Verschil in de soort van de belangen van de partijen bij de rechtsbetrekking
mr. P.T.J. Wolters, datum 01-03-2013
- Datum
01-03-2013
- Auteur
mr. P.T.J. Wolters
- JCDI
JCDI:ADS303363:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Hof Amsterdam 29 september 2009, NJ 2010, 658 (Esthéticienne Beheer/Coöperatie Woningeigenaren Waterpark It Soal).
HR 3 november 1989, NJ 1991, 168 (Prins/Sint Joseph). Zie over de toelaatbaarheid van een verbod op het plaatsen van antennes ook § 2.5.2.
Dit artikel is, gelet op het woord ‘redelijkerwijze’, een in § 1.2.3 beschreven precisering van de redelijkheid en billijkheid.
HR 30 maart 1984, NJ 1985, 350 (Venhorst/Inan). Zie ook Smits 2006, p. 137.
HR 14 september 2007, NJ 2008, 334 (Dirksz/Hyatt).
Sieburgh 2003b, p. 661, 669 en 671.
HR 3 mei 1934, NJ 1934, 1549 (Van der Veen/Haarlem), Meijers 1935, p. 581, Asser/ Hartkamp & Sieburgh 2011 (6-IV*), nr. 90 en Jansen (Onrechtmatige daad), art. 6:162 BW, aantekeningen 176.2 en 177.1.
Art. VI.-5:202 (3) DCFR en DCFR 2010, p. 3668 en 3675-3680.
In sommige gevallen staan er twee gelijksoortige belangen tegenover elkaar. De partijen bij de rechtsbetrekking twisten over geld, het eigendom van een strook land of het gezag over hun kinderen. Dit is echter niet altijd het geval. Het is mogelijk dat er verschillende ‘soorten’ belangen tegenover elkaar staan. Tegenover het financiële belang van de ene partij kan bijvoorbeeld een ‘fundamenteel’ belang van de andere partij staan. Ik verwijs naar § 6.2.2 voor een beschrijving van de verschillende soorten belangen en de invloed van deze belangen op de werking van de redelijkheid en billijkheid.
De factor ‘verschil in de soort van de belangen van de partijen bij de rechtsbetrekking’ beïnvloedt de werking van de redelijkheid en billijkheid. Ik geef enkele voorbeelden. Een vergelijking van de verschillende soorten belangen beïnvloedt het antwoord op de vraag of een contractueel verbod op het plaatsen van schotelantennes in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. Het belang van een woningcorporatie om geen discussies te krijgen over de toelaatbaarheid van schotelantennes rechtvaardigt geen beperking van het fundamentele recht op informatie.1 Het voorkomen van gevaarlijke situaties rechtvaardigt deze beperking wel.2
De afweging van verschillende soorten belangen beïnvloedt het antwoord op de vraag of er sprake is van een dringende reden voor ontslag in de zin van art. 7:678 lid 1 BW.3 Een werkgever weigert een verzoek om een vrije dag op een godsdienstige feestdag van de werknemer. De werknemer blijft vervolgens weg. Het recht op godsdienstvrijheid van de werknemer en het economische belang van de werkgever moeten worden afgewogen. In de regel mag een werknemer op een godsdienstige feestdag vrij nemen. Dit is anders als de afwezigheid van de werknemer de gang van zaken in het bedrijf ernstig schaadt.4 Een afweging van het belang van een werkneemster om in haar vrije tijd cocaïne te gebruiken en het belang van de werkgeefster bij het behoud van haar goede naam en aantrekkelijkheid voor haar gasten, rechtvaardigt een streng antidrugsbeleid.5
De factor ‘verschil in de soort van de belangen van de partijen bij de rechtsbetrekking’ speelt ook een rol buiten de redelijkheid en billijkheid. De schending van een lager belang is minder snel strafbaar6 of onrechtmatig7 als zij leidt tot de bescherming van een hoger belang.
De factor speelt ook een rol in andere rechtsstelsels. Verschillende Europese rechtsstelsels en het DCFR beperken de aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt bij de bescherming van life, body, health or liberty tegen een imminent danger. Deze beperking geldt alleen als het beschermde belang belangrijker is dan het geschade belang.8
De factor ‘verschil in de soort van de belangen van de partijen bij de rechtsbetrekking’ vertoont een overlap met verschillende andere factoren. Ik heb de overlap met de factor ‘verschil in maatschappelijke positie of professionaliteit’ besproken in § 7.2.1.
De factor vertoont daarnaast een overlap met de factor ‘verschil in de omvang van de belangen van de partijen bij de rechtsbetrekking’.73 Deze overlap is te vergelijken met de in § 6.2.2 besproken overlap tussen de factoren ‘omvang belang’ en ‘soort belang’. Een beroep op de factor ‘verschil in de omvang van de belangen van de partijen bij de rechtsbetrekking’ is directer. De partij met een belangrijkere soort belang verdient meer bescherming omdat deze soort leidt tot een grotere omvang van het belang. Een duidelijk beroep op de factor ‘verschil in de omvang van de belangen van de partijen bij de rechtsbetrekking’ vereist een beschrijving van de betrokken belangen. De soorten van de belangen kan hierbij voldoende aan bod komen. Een apart beroep op de factor ‘verschil in de soort van de belangen van de partijen bij de rechtsbetrekking’ is niet nodig. De factor oefent geen zelfstandige invloed uit op de werking van de redelijkheid en billijkheid.