NJ 1985, 350
HR, 30-03-1984, nr. 12214: Turkse werkneemster
HR 30-03-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AG4783, m.nt. E.A. van der Alkema (Turkse werkneemster)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 maart 1984
- Magistraten
Drion, Royer, Van Den Blink, Bloembergen, Boekman, Mok
- Zaaknummer
12214
- Conclusie
A-G Mok
- Noot
E.A. van der Alkema
- LJN
AG4783
- Roepnaam
Turkse werkneemster
- JCDI
JCDI:ADS142111:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Staatsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AG4783, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑03‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AG4783, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑1984
- Wetingang
BW art. 1639o; GW art. 6
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Ontslag op staande voet wegens wegblijven op islamitische feestdag. Dringende reden? Vrijheid van godsdienst. Discriminatie? Horizontale werking van grondrechten.1
Partij(en)
‘De Venhorst’ BV, te Venhorst, gem. Boekel, eiseres tot cassatie, adv. Mr. R.A.A. Duk,
tegen
Hayriye Inan, echtgenote van Turgut Ider, te Uden, verweerster in cassatie, adv. Mr. Y.H.M. Nijgh.
Voorgaande uitspraak
1
Het geding in feitelijke instanties
Op 2 sept. 1980 heeft Hayriye Inan zich gewend tot de Ktr. 's-Hertogenbosch met het verzoek De Venhorst, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling aan Inan van een bedrag van ƒ 1147,27 netto ter zake achterstallig loon en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.