Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/955 tot oprichting van een sociaal klimaatfonds en tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1060
Artikel 7 Beginselen van het fonds
Geldend
Geldend vanaf 05-06-2023
- Bronpublicatie:
10-05-2023, PbEU 2023, L 130 (uitgifte: 16-05-2023, regelingnummer: 2023/955)
- Inwerkingtreding
05-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-05-2023, PbEU 2023, L 130 (uitgifte: 16-05-2023, regelingnummer: 2023/955)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Milieurecht / Algemeen
Milieurecht / Energie
1.
Met het fonds wordt de lidstaten financiële steun verleend om hen in staat te stellen de in hun plannen uiteengezette maatregelen en investeringen te financieren.
2.
De financiële steun op grond van lid 1 van dit artikel aan elke lidstaat wordt uitbetaald op voorwaarde dat die lidstaat de mijlpalen en streefdoelen voor de maatregelen en investeringen overeenkomstig artikel 8 van deze verordening verwezenlijkt. Die mijlpalen en streefdoelen zijn in overeenstemming met de klimaatdoelstellingen van de Unie en de in Verordening (EU) 2021/1119 uiteengezette doelstelling, en hebben met name betrekking op:
- a)
energie-efficiëntie;
- b)
renovatie van gebouwen;
- c)
emissievrije en emissiearme mobiliteit en emissievrij en emissiearm vervoer;
- d)
reductie van de broeikasgasemissies;
- e)
vermindering van het aantal kwetsbare huishoudens, met name huishoudens die in energiearmoede verkeren, het aantal kwetsbare micro-ondernemingen en het aantal kwetsbare vervoergebruikers.
3.
Uit het fonds worden alleen maatregelen en investeringen gesteund die in overeenstemming zijn met het beginsel ‘geen ernstige afbreuk doen’ in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852.
4.
De uit het fonds gesteunde maatregelen en investeringen verminderen de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en dragen, in voorkomend geval, bij aan de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten en tot duurzame en hoogwaardige banen op de gebieden die onder de maatregelen en investeringen van het fonds vallen.