Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/508
Profijtontneming, w.v.v. uit witwassen, valsheid in geschrift en andere feiten. Heeft hof reeds berechte strafbare feiten ten grondslag gelegd aan schatting van w.v.v.? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 10-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:626
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 mei 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.E.M. Röttgering, M. Kuijer
- Zaaknummer
21/02079
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:626, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑05‑2022
Essentie
Profijtontneming, w.v.v. uit witwassen, valsheid in geschrift en andere feiten. Heeft hof reeds berechte strafbare feiten ten grondslag gelegd aan schatting van w.v.v.? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/02079 P
Datum 10 mei 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 4 mei 2021, nummer 22-005490-19, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste
van
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1963,
hierna: de betrokkene.