Revindicatoire aanspraken op giraal geld
Einde inhoudsopgave
Revindicatoire aanspraken op giraal geld (R&P nr. FR3) 2009/6.6.5:6.6.5 Obligatoire verplichting debetbank
Revindicatoire aanspraken op giraal geld (R&P nr. FR3) 2009/6.6.5
6.6.5 Obligatoire verplichting debetbank
Documentgegevens:
B. Bierens, datum 23-03-2009
- Datum
23-03-2009
- Auteur
B. Bierens
- JCDI
JCDI:ADS587571:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HR 26 januari 2001, NJ 2002, 118 m.nt. JH en JOR 2001, 51 (`Standard-ING'). Over dit arrest hierna hoofdstuk 7, par. 5.1.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Om het beeld te completeren, ga ik nog kort in op de rechtspositie van de debetbank waar de geïncasseerde zijn rekening aanhoudt. Zoals gezegd, zal de geïncasseerde bij het initiëren van een stornering zich slechts tot zijn bank behoeven te wenden. De debetbank zal vervolgens in contact treden met de creditbank. Indien om een zeer uitzonderlijke reden zowel de incassant als ook de creditbank geen verhaal meer bieden, kan de debetbank in het uiterste geval verplicht zijn om uit eigen middelen het onterecht afgeschreven bedrag te crediteren. Het is in de jurisprudentie uitgemaakt — en de Hoge Raad noemt dat nog eens in to. 3.3.1 van het arrest Mendel q.q.-ABN Amro — dat een overschrijving zonder geldige opdracht ongedaan moet worden gemaakt.1 Deze verplichting tot ongedaanmaking rust op de debetbank.