Revindicatoire aanspraken op giraal geld
Einde inhoudsopgave
Revindicatoire aanspraken op giraal geld (R&P nr. FR3) 2009/6.6.2:6.6.2 Geen legitimerend verkeers belang
Revindicatoire aanspraken op giraal geld (R&P nr. FR3) 2009/6.6.2
6.6.2 Geen legitimerend verkeers belang
Documentgegevens:
B. Bierens, datum 23-03-2009
- Datum
23-03-2009
- Auteur
B. Bierens
- JCDI
JCDI:ADS589949:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De mogelijkheid tot de erkenning van een revindicatoire aanspraak kent een belangrijke begrenzing: zij mag niet strijdig zijn met het belang van een ongestoorde geldcirculatie.1 In het geval van een onterechte incasso lijkt van een dergelijke strijdigheid niet snel sprake te zijn. Omdat de incassant zèlf het initiatief neemt tot de betaling, is hij ermee bekend dat deze geschiedt onder voorbehoud van stornering. In het incassocontract en de verstrekte informatiebrochures wordt de incassant daar uitdrukkelijk op gewezen. Het verkeersbelang wijst juist vooral in de richting van de (onterecht) geïncasseerde. Hierboven kwam al aan de orde dat de Hoge Raad in het arrest Mendel q.q.-ABN Amro de rol benadrukte die de incasso vervult in het betalingsverkeer.2 Indien de mogelijkheid tot terugboekingen zou worden beperkt, zou dat afbreuk doen aan het stelsel van automatische incasso 'doordat zowel bij banken als bij debiteuren minder bereidheid zal bestaan aan dit stelsel deel te nemen.' Het aanvaarden van een revindicatoire aanspraak levert in dit geval dus geen schending op van het verkeersbelang, maar wordt daardoor juist mede gerechtvaardigd.